• In De Bilt werd Naw-Rúz gevierd met een picknick.

In heel Nederland vieren bahá’ís en hun vrienden Naw-Rúz

Ieder jaar vieren bahá’ís Naw-Rúz op de dag van de lente-equinox, ofwel het begin van de lente. Het markeert voor hen daarnaast het einde van de vastentijd en het begin van het nieuwe jaar. Dit jaar viel Naw-Rúz op 20 maart, en in heel Nederland kwamen bahá’ís en hun vrienden samen om deze bijzondere dag te vieren.

De badí’-kalender, de kalender van het bahá’í-geloof, kent 19 maanden van 19 dagen en een aantal schrikkeldagen. Ieder jaar vasten de bahá’ís voor 19 dagen tijdens de maand ‘Alá, wat in de Gregoriaanse kalender altijd in maart valt. Het einde van de vastentijd en het begin van de lente worden gevierd tijdens Naw-Rúz, ofwel “nieuwe dag”. Het betekent ook het begin van het nieuwe jaar in de badí’-kalender, dit jaar het jaar 182.

In een voetnoot van de Kitáb-i-Aqdas, het Meest Heilige Boek, staat over de badí’-kalender, de vastenmaand en Naw-Rúz:

“Volgens deze kalender is een dag de periode van zonsondergang tot zonsondergang. In de Bayán bestemde de Báb de maand ‘Alá’ tot de vastenmaand, verordende dat de dag waarop Naw-Rúz valt het einde van die periode zou aangeven en wees Naw-Rúz aan als de Dag van God. Bahá’u’lláh bekrachtigt de badí’-kalender waarin Naw-Rúz als een feest wordt aangewezen.

Naw-Rúz is de eerste dag van het nieuwe jaar. Deze dag valt samen met de lentenachtevening op het noordelijk halfrond, die meestal plaatsvindt op 21 maart. Bahá’u’lláh legt uit dat deze feestdag gevierd dient te worden op juist die dag waarop de zon het sterrenbeeld Ram binnengaat (dat wil zeggen het lentepunt), zelfs als dit één minuut voor zonsondergang plaatsvindt. Daarom kan Naw-Rúz op 20, 21 of 22 maart vallen, afhankelijk van het tijdstip van de nachtevening.”

In Utrecht kwamen ongeveer 130 mensen samen om muziek te maken, te bidden, te eten en te dansen.

De vastentijd is voor bahá’ís een periode van bezinning, gebed en geestelijke vernieuwing. Deze bijzondere maand heeft een grote geestelijke betekenis. Het einde ervan, ofwel Naw-Rúz, wordt gezamenlijk in de gemeenschap gevierd. Iedereen viert het op hun eigen manier: door samen te eten, te bidden, kunst te maken, te dansen of juist heel anders. Naast de vreugde van het samenzijn heeft Naw-Rúz ook een bijzondere diepere betekenis. In de Kitáb-i-Aqdas staat hierover:

“Gelukkig de mens die de eerste dag van de maand Bahá ingaat, de dag die God heeft gewijd aan deze Grote Naam. En gezegend zij hij die op deze dag blijk geeft van de milddadigheden die God hem heeft geschonken; hij behoort waarlijk tot hen die God dank betuigen door daden die een teken zijn van de alle werelden omvattende edelmoedigheid van de Heer. Zeg: Deze dag is waarlijk de kroon van alle maanden en de oorsprong ervan, de dag waarop de levensadem over al het geschapene wordt verspreid. Gezegend is hij die deze dag met stralende vreugde begroet. Wij getuigen dat hij in waarheid tot de gelukzaligen behoort.”

Wilt u graag eens aansluiten bij een bijeenkomst? Via de contactpagina kunt u contact opnemen met een gemeenschap in uw buurt.

In Rotterdam werd Naw-Rúz gevierd door samen kunst te maken.