De volwassenwording van de mensheid
De Bahá’í-geschriften vertellen ons dat de mensheid als geheel, net als de mens, zich ontwikkelt van de kindertijd, via het stadium van adolescentie naar uiteindelijk volwassenwording.
Toen Bahá’u’lláh, de Grondlegger van het Bahá’í-geloof, in de tweede helft van de negentiende eeuw Zijn missie verkondigde, markeerde dat de start van een nieuw tijdperk. Het was rond diezelfde tijd dat gestage vorderingen op industrieel, cultureel en wetenschappelijk gebied zouden worden gemaakt. De Bahá’í-geschriften vertellen ons dat dit kenmerken zijn van het feit dat de mensheid zich bevindt in een overgangsfase van de kindertijd naar volwassenheid, waarvan de bovengenoemde ontwikkelingen een kenmerk zijn:
“Al het geschapene heeft zijn graad of stadium van volwassenheid. … In het mensenrijk bereikt de mens volwassenheid wanneer het licht van zijn intelligentie zijn grootste kracht en ontwikkeling bereikt. … Er zijn eveneens periodes en stadia in het leven van de mensheid als geheel. Ooit ging die door zijn kinderjaren heen, later door zijn jeugdperiode, maar nu is de langverwachte volwassenheidsfase ingegaan, waarvan het bewijs overal zichtbaar is.”
— Bahá’u’lláh
De komst van Bahá’u’lláh luidde het tijdperk van de jeugdperiode en de ontwikkeling naar volwassenheid in. Dit betekent dat, zoals een jonge tiener, de mensheid nieuwe krachten en capaciteiten ontwikkelt en nieuwe deugden nodig heeft. Zoals de volwassenwording van een individu tumultueus kan zijn, zo geldt dat ook voor de mensheid. Toch is de uitkomst uiteindelijk, zo verzekeren de Bahá’í-geschriften ons, de kalmte en wijsheid van de periode van volwassenheid. Over die periode schrijft één van de Centrale Figuren van het Bahá’í-geloof:
“De lange eeuwen van de kindertijd die de mensheid moest doorlopen, zijn naar de achtergrond verdwenen. De mensheid beleeft nu de opschudding die steevast verbonden is met de meest woelige periode van haar evolutie, de fase van de adolescentie, wanneer de onbezonnenheid van de jeugd en haar felheid hun hoogtepunt bereiken en geleidelijk aan moeten worden vervangen door de kalmte, de wijsheid en de levenservaring die het stadium van de volwassenheid kenmerken. Dan zal de mensheid die rijpheid bereiken die haar in staat zal stellen alle krachten en capaciteiten te verwerven waarvan haar uiteindelijke ontwikkeling afhangt.”
Een kenmerk van het bereiken van deze volwassenheid is wanneer de inherente eenheid van de mensheid zichtbaar wordt in de samenleving. Deze eenheid houdt niet eentonigheid of uniformiteit in, maar de harmonie van de mensheid in al haar verscheidenheid, waar ogenschijnlijke verschillen niet de bron zijn van conflict, maar van samenwerking en welzijn. Het vestigen van de eenheid van de mensheid is het uiteindelijke doel waar de Openbaring van Bahá’u’lláh ons naartoe leidt, zoals de voorgaande Openbaringen – zoals het Jodendom, het Christendom en de Islam – ons door voorgaande stadia hebben geleid. En ook in de toekomst zal God weer nieuwe Manifestaties naar de mensheid sturen om hen verder te leiden op het pad naar eenwording.
“De Openbaring van Bahá’u’lláh, wiens opperste zending geen andere is dan het tot stand brengen van deze organische en geestelijke eenheid van alle naties tezamen, moet – indien wij trouw zijn aan al hetgeen daarin besloten ligt – worden beschouwd als een aankondiging van het volwassen worden van het gehele mensdom. Zij moet niet alleen gezien worden als de zoveelste geestelijke opleving in het steeds veranderende lot van de mensheid, niet alleen als een volgende schakel in de keten van voortschrijdende Openbaringen, zelfs niet als het hoogtepunt in een reeks van telkens weerkerende profetische cycli, maar veeleer als de markering van het laatste en hoogste stadium in de verbazingwekkende evolutie van het collectieve leven van de mensheid op deze aarde.”