Den Haag, 12 mei 2017 – De Baha’i International Community lanceert een wereldwijde campagne waarin zij oproept tot de onmiddellijke vrijlating van de zeven Iraanse bahá’í-leiders, die al negen jaar onrechtmatig gevangen zitten.
De campagne, die “Not Another Year” als thema heeft, creëert bewustwording over de zeven vrouwen en mannen die onrechtmatig gearresteerd zijn in 2008 en veroordeeld zijn tot een gevangenisstraf van 20 jaar op basis van hun religieuze overtuiging. Deze straf werd gereduceerd tot 10 jaar in 2015 na een verlate invoering van de nieuwe Iraanse strafwetgeving.
“Onze verwachting is dat deze zeven moedige individuen vrijgelaten zullen worden in het komende jaar bij het uitzitten van hun volledige straf,” zo zegt Bani Dugal, de hoofdvertegenwoordiger van Bahá’í International Community bij de Verenigde Naties.
“De realiteit is echter dat zij nooit gearresteerd of gevangengezet hadden mogen worden en dat zij, volgende de Iraanse wet, lang geleden vrijgesproken hadden moeten worden. Feitelijk gezien zijn deze zeven, hun families en de gehele Iraanse Bahá’í-gemeenschap onderworpen aan onrecht en wreedheid, aan onderdrukking en tirannie. Zij worden allen onderworpen aan onrechtmatig beleid van economische wurging, de onverminderde ontzegging van toegang tot beroepsopleidingen en onrechtmatige en kwaadwillige aanvallen op bahá’ís en hun eigendommen, alsook de uitgebreide negatieve propaganda in de officiële media,” zei Bani Dugal.
In een brief gericht aan de bahá’ís van Iran ter gelegenheid van de jaardag van de gevangenschap van de zeven, schrijft het Universele Huis van Gerechtigheid: “Sommigen gebeurtenissen van het afgelopen jaar laten geen twijfel meer bestaan in de gedachten van de Iraanse bevolking en daarbuiten, dat het onwrikbare fanatisme en de wereldse overwegingen van sommige religieuze leiders het ware motief vormen voor alle oppositie en onderdrukking van de bahá’ís.”
Het hoogste bestuursorgaan van de wereldwijde bahá´ígemeenschap schrijft verder: “de vertegenwoordigers van het land op het internationale toneel zijn niet langer meer in staat om te ontkennen dat de oorzaak van deze daden van discriminatie liggen op het terrein van geloof en geweten. Ambtenaren, die het ontbreekt aan enig overtuigende verklaring voor hun irrationele gedrag en onbezorgd zijn over de schade die zij met hun bekrompen beleid veroorzaken aan de goede naam en geloofwaardigheid van hun land, zijn niet in staat om een plausibel antwoord te geven waarom zij zo ongerust zijn over het bestaan van een dynamische bahá’í-gemeenschap in hun land.”
De campagne voor de zeven gevangen bahá’ís die vandaag begint heeft als doel de onmiddellijke vrijlating van de zeven te bewerkstellingen. Zij heten: Fariba Kamalabadi, Jamaloddin Khanjani, Afif Naeimi, Saeid Rezaie, Mahvash Sabet, Behrouz Tavakkoli en Vahid Tizfahm, waarvan de oudste boven de 80 jaar is.
De zeven gevangen bahá’í-leiders in Teheran in 2008 zijn afgebeeld met
hun echtgenoten voorafgaand aan hun arrestaties.
Net als bij campagnes van voorgaande jaren wordt de arrestatie van zes van de zeven leden op 14 mei 2008 jaarlijks herdacht. Het wordt ondersteund door video’s, liedjes en activiteiten die erop gericht zijn om hun situatie onder de aandacht te brengen.
De campagne van dit jaar richt zich ook op alle gebeurtenissen die ze hebben gemist tijdens hun negen jaar gevangenschap, de vreugdes en smarten van het dagelijkse leven met hun families en geliefden.
“Alle zeven zijn getrouwd, hebben kinderen en hadden vóór hun arrestaties een rijk familieleven,” zei mevrouw Dugal. Alle zeven waren uiterst actief in het werken aan de verbetering van hun gemeenschap, maar vooral ook van de Iraanse samenleving als geheel.
“Bovendien heeft hun langdurige gevangenisstraf tot gevolg gehad dat zij de geboorte van talrijke kleinkinderen, de vreugdevolle bruiloften van kinderen en nauwe familieleden, en de begrafenissen van familieleden en lieve vrienden hebben moeten missen. Ze zijn gedwongen hun nationale en religieuze feestdagen in de gevangenis te vieren, in plaats van in het gezelschap van hun geliefden. En in de gevangenis hebben ze hun boerderijen en bedrijven niet in stand kunnen houden die nu verkommerd zijn en in minstens één geval, door de regering vernietigd is,” zei ze.
De Baha’i International Community roept de Iraanse regering op om hen onmiddellijk vrij te laten, evenals de overige 86 bahá´ís die nu achter de tralies in Iran zitten – allemaal gevangengehouden uitsluitend vanwege hun religieuze overtuigingen.
Meer achtergrond over de campagne is te vinden op een speciaal gedeelte van de website van de Baha’i International Community.