Top VN-functionarissen zeggen dat mensenrechtenschendingen in Iran onverminderd doorgaan

Den Haag, 16 maart 2015 – Leden van minderheidsgroeperingen, onder wie de bahá’ís, ondergaan nog steeds vervolging en discriminatie in Iran, ondanks beloften van de regering dat de situatie zou verbeteren. Dat zeggen twee hooggeplaatste functionarissen van de Verenigde Naties.

16 maart 2015
Ahmed Shaheed (li), VN Speciale Rapporteur inzake mensenrechten in Iran en
Secretaris-Generaal Ban Ki-moon (re). VN Foto’s / Jean-Marc Ferre en Marco Castro

In rapporten aan de Mensenrechtenraad uitten Ahmed Shaheed, speciale rapporteur van de Verenigde Naties inzake mensenrechten in Iran, en secretaris-generaal Ban Ki-moon van de VN hun bezorgdheid over het onverminderd hoge aantal executies in Iran, het gevangen zetten van journalisten en mensenrechtenactivisten, het gebrek aan vrijheid van meningsuiting en de discriminatie van vrouwen.

De rapporten verschenen onlangs met het oog op de VN-sessie, die deze week wordt gehouden en waarin Iran antwoorden zal moeten geven op de in 2014 gehouden periodieke review (UPR) van de Mensenrechtenraad. In die review, waarin de situatie rond mensenrechten in Iran nauwkeurig onder de loep werd genomen, gaven regeringen uit de gehele wereld Iran 291 aanbevelingen over de wijze waarop de Iraanse overheid stapsgewijs de schendingen van mensenrechten een halt toe zou kunnen roepen. In een sessie die op donderdag 19 maart a.s. wordt gehouden, zal de Iraanse overheid aangeven welke aanbevelingen zij wil accepteren.

Dr. Shaheed sprak in zijn rapport, dat de afgelopen week verscheen, zijn bijzondere zorg uit over de voortgaande schendingen van mensenrechten, ondanks talloze beloften van Iran na de UPR-sessie in 2010 dat er stappen zouden worden ondernomen om de schendingen te beëindigen of er verbeteringen in aan te brengen. ‘De speciale rapporteur herkent een aantal pogingen die de overheid heeft ondernomen sinds 2010, maar betreurt het feit dat een meerderheid van de aanbevelingen niet is gehonoreerd en dat de onderliggende oorzaken van de schendingen die tijdens de UPR van 2010 zijn aangegeven en die zijn herhaald in rapporten in de jaren 2012, 2013 en 2014 niet zijn opgepakt’, aldus dr. Shaheed.

Al met al, zo voegde hij toe, geeft het feit dat er in oktober 2014 291 aanbevelingen aan Iran zijn gedaan de werkelijkheid weer: de mensenrechtensituatie in Iran is niet verbeterd. Hij gaf daarbij de Iraanse bahá’í-gemeenschap als voorbeeld, omdat de schendingen van rechten voor deze religieuze minderheid ononderbroken doorgaan. ‘Ondanks verklaringen van hooggeplaatste functionarissen dat bahá’ís dezelfde rechten hebben als overige burgers, lijden zij nog steeds onder discriminatie, arrestaties en willekeurige gevangennemingen in verband met hun religie’, aldus Ahmed Shaheed. ‘Tussen september en december 2014 kwamen er meldingen binnen uit de steden Isfahan, Teheran, Shiraz, Hamedan, Karaj en Semnan dat er minstens 24 bahá’ís werden gearresteerd, hetgeen het totale aantal gevangen gehouden bahá’ís op meer dan honderd brengt’.

Secretarís-generaal Ban Ki-moon sprak eveneens zijn bezorgdheid uit over de aanhoudende vervolgingen van bahá’ís in Iran. Hij deed dat in een rapport dat op 3 maart jl. werd gepubliceerd. ‘Leden van etnische en religieuze minderheidsgroepen hebben onverkort te maken met vervolging, met inbegrip van arrestatie en gevangenzetting, uitsluiting van economische ontplooiingsmogelijkheden, met het wegsturen van onderwijsinstellingen, ontzegging van het recht op werk, sluitingen van bedrijven en vernietiging van religieuze plaatsen, zoals begraafplaatsen en gebedscentra’, aldus Ban Ki-moon in zijn rapport.

De twee hooggeplaatste functionarissen van de VN uitten ook hun bezorgdheid over de voortdurende gevangenneming en jacht op journalisten, verdedigers van mensenrechten en vrouwenrechtenactivisten. ‘Het voortdurend achtervolgen van mediaprofessionals, de enorme beperkingen ten aanzien van vrijheid van meningsuiting, met inbegrip van de sluiting van kranten en tijdschriften en de niet aflatende drang om websites in de gaten te houden, te filteren of te blokkeren die politiek nieuws en analyses bieden, baart grote zorgen’, aldus Ban Ki-moon.

Diane Ala’i, die BIC (Baha’i International Community) vertegenwoordigt bij de Verenigde Naties in Genève, zei ingenomen te zijn met beide rapporten en drong er bij regeringen op aan om te stemmen vóór het voortzetten van het internationaal monitoren van de mensenrechtensituatie in Iran, wanneer de resolutie om het mandaat van de speciale rapporteur te verlengen deze maand in stemming wordt gebracht in de Mensenrechtenraad.

‘Zoals Ahmed Shaheed en de secretaris-generaal duidelijk hebben aangegeven, gaat Iran door met het schenden van mensenrechten op alle niveaus van de maatschappij, of je nu een vrouw bent of een journalist, een advocaat of lid van een religieuze of etnische minderheid of zelfs maar een gewone burger’, aldus Diane Ala’i. ‘Iran heeft al heel lang beloofd om de mensenrechten van zijn burgers te respecteren, maar het blijkt duidelijk dat dit holle beloftes zijn en dat de enige bescherming voor Iraanse burgers komt van de internationale gemeenschap, die de ontwikkelingen in Iran nauwlettend volgt en er haar bezorgdheid over uitspreekt’.

Bron: http://news.bahai.org/story/1043