Reactie op een ontmoeting met een bahá’í onthult de waarheid

Den Haag, 20 mei 2016 – Een storm van woedende aanklachten als reactie op een eenvoudige ontmoeting tussen twee vrienden in een particuliere woning, heeft op dramatische wijze de onbetrouwbaarheid van de Iraanse autoriteiten aan het licht gebracht, die herhaaldelijk hebben beweerd dat hun behandeling van bahá’ís niet is ingegeven door religieuze vooroordelen.

18 december 2014
Bani Dugal, de belangrijkste vertegenwoordiger van Bahá’í International Community bij de Verenigde Naties

De ontmoeting waardoor de controverse ontstond was het bezoek van Faezeh Hashemi, dochter van voormalig president van Iran Akbar Hashemi Rafsanjani, aan het huis van Fariba Kamalabadi, één van de zeven voormalige bahá’í-leiders die sinds 2008 in de gevangenis zitten.

Tientallen hooggeplaatste geestelijken en politici waren er snel bij om Faezeh Hashemi te veroordelen, waarbij een Groot Ayatollah er zelfs voor pleitte om haar te vervolgen vanwege haar ontmoeting met een bahá’í. Een andere hooggeplaatste persoon beschreef ‘vriendschappelijke betrekkingen’ met bahá’ís als ‘verraad tegen de islam en de revolutie’. ‘Omgang met bahá’ís en vriendschap met hen is tegen de leer van de islam’, zei een Ayatollah, terwijl een ander de bahá’ís beschreef als ‘gestoorden’ die moeten worden ‘geïsoleerd’ en die beweerde dat de ontmoeting met een bahá’í op zich ‘een absolute religieuze afwijking’ is. Het hoofd van de rechterlijke macht, alsmede diens eerste plaatsvervanger hebben de mogelijkheid van vervolging van Faezeh Hashemi bevestigd. In het bijzonder is die vervolging geëist door vele geestelijken als een les voor de rest van de samenleving.

In New York verklaarde Bani Dugal, de belangrijkste vertegenwoordiger van BIC (Bahá’í International Community) bij de Verenigde Naties: ‘Wat verrast is de openhartigheid ende omvang van de reactie van het regime en hoe die de publiciteit aantrekt. Van een Groot Ayatollah tot hooggeplaatste religieuze en politieke figuren alsmede uitvoerende organen van de overheid: consequete verklaringen hebben nu zonder een zweem van twijfel aangetoond, , dat bejegening van de bahá’ís gemotiveerd is door religieuze vooroordelen . Deze collectieve reactie heeft de leugenachtigheid blootgelegd van de vertegenwoordigers van de Iraanse regering in internationale mensenrechten fora, en zijn hun beweringen duidelijk tegengesproken’. Bani Dugal voegde hier aan toe: ‘Laat dit een moment van absolute helderheid zijn voor de hele wereld’.

‘Stel je voor wat het is om een bahá’í in Iran te zijn, dat zelfs degenen die je in jouw huis bezoeken op deze manier publiekelijk worden veroordeeld en bedreigd met vervolging’.

De ontmoeting tussen de twee vrouwen kwam tot stand tijdens een periode van vijf dagen toen Fariba Kamalabadi de gevangenis mocht verlaten, waarna ze terug moest keren om het restant van haar tien jaar gevangenisstraf uit te zitten.

Faezeh Hashemi, die ook een voormalig lid is van het Iraanse parlement, bracht in 2012 zes maanden in de gevangenis door waar ook Fariba Kamalabadi verblijft, na te zijn veroordeeld wegens ‘het verspreiden van propaganda tegen het heersende systeem’. De vrouwen die elkaar niet meer gezien hadden sinds de vrijlating van Faezeh Hashemi, hernieuwden hun vriendschap die in de gevangenis was ontstaan.

‘Ondanks de furieuze kritiek op dit humanitaire gebaar, een eenvoudige interactie tussen twee burgers, zijn er ook talloze onverschrokken individuen – mensenrechtenactivisten, journalisten, academici, en gewone burgers – die het recht van de bahá’ís op normale menselijke relaties in hun eigen land hebben verdedigd’, zei Bani Dugal. ‘Maar we hopen dat meer van dergelijke stemmen zullen klinken, zodat de inspanningen die zijn gericht op het systematisch isoleren en buitensluiten van de bahá’í-gemeenschap in Iran niet zullen slagen.’

‘De buitengewone bedreigingen en veroordelingen door vele geestelijken en autoriteiten staan in schril contrast met de moedige uitspraken en acties die in de afgelopen jaren door verschillende hooggeplaatste kerkelijke personen en religieuze denkers in Iran en daarbuiten zijn gedaan, die zich hebben uitgesproken voor co-existentie, verdraagzaamheid en gelijkheid voor elke burger. We hopen dat de stem van het geweten de rest van de geestelijken ertoe zal leiden om hun stilzwijgen te beëindigen en om te laten zien dat ware religie zich niet kan verenigen met kille haat, vervreemding en apartheid’, aldus Bani Dugal.

Bron: http://news.bahai.org/story/1108