DEN HAAG, 23 APRIL 2018 (BIC) – In een televisie-uitzending, die werd uitgezonden naar een breed publiek binnen en buiten Jemen, heeft de leider van de Houthi’s het Bahá’í-geloof heftig belasterd en het geloof openlijk beschuldigd, waardoor de voortdurende vervolging van de bahá’ís in dat land verder werd geïntensiveerd. Op 23 maart 2018 hield de heer Abdel-Malek al-Houthi, de leider van de Houthi’s in Jemen, een toespraak ter gelegenheid van de eerste vrijdag van de islamitische maand Rajab, die de introductie van de islam in Jemen herdenkt, om de Jemenieten op te zetten tegen buitenlandse machten en ideologieën. In de loop van zijn toespraak hanteerde de heer al-Houthi een retoriek die doet denken aan vroegere en recente uitspraken van de hoogste leiders van Iran, die het Bahá’í-geloof sterk veroordeelden. De heer al-Houthi waarschuwde Jemenieten voor de ‘satanische’ bahá’í-beweging ‘die een oorlog van leerstellingen’ voert tegen de islam. Hij beschreef bahá’ís als ongelovigen en afvalligen van de islam en de Profeet, en hij verspreidde andere leugens over het geloof en zijn relatie met westerse landen en Israël. Tot slot spoorde hij de Jemenieten aan hun land te verdedigen tegen de bahá’ís en tegen leden van andere religieuze minderheden onder het voorwendsel van ‘degenen die het geloof in mensen vernietigen niet minder kwaadaardig en gevaarlijk zijn dan degenen die mensen doden met hun bommen.’
Binnen enkele dagen na zijn toespraak herhaalden meer dan twintig nieuwssites zijn negatieve opmerkingen over het Bahá’í-geloof en een prominente Houthi-schrijver en strateeg gaf als commentaar op social media dat ‘we elke bahá’í zullen afslachten.’ Soortgelijke sentimenten werden uitgedrukt door religieuze autoriteiten in Sana’a, onder wie de moefti van Jemen, Shams al-Din Muhammad Sharaf al-Din, die zijn opleiding in Iran volgde en vorig jaar door de Houthi’s werd aangesteld. Hij besteedde een deel van zijn wekelijkse vrijdagtoespraak aan het thema, live uitgezonden op televisie en radio op 30 maart, en waarschuwde Jemenieten in het hele land voor de invloed van de bahá’ís. Verder hield het Ministerie van Informatie de eerste in een reeks van workshops om Jemenieten te trainen in sociale en traditionele media over hoe te reageren op de ‘leerstellingen-oorlog’ ontketend door de bahá’ís. Andere soortgelijke seminars, conferenties en workshops werden ook georganiseerd door het Ministerie van Informatie en universiteiten van de regering in Sana’a, Hodeida, Dhamar, Imran en Hajjah. Tot slot werden een paar dagen geleden in een televisieprogramma met de naam ‘Ronduit’ mensenrechtenorganisaties en het Bahá’í-geloof aangevallen, waarbij specifiek met namen en foto’s werd verwezen naar individuele bahá’ís.
‘Niet alleen is de inhoud van de toespraak van de heer al-Houthi zeer verontrustend, maar ook de context en enkele van de directe gevolgen ervan’, verklaarde Bani Dugal, hoofdvertegenwoordiger van de internationale bahá’í-gemeenschap bij de Verenigde Naties. ‘De invloed van al-Houthi op een groot aantal gewapende volgelingen en de weerklank die zijn mening vond bij de hoogste religieuze autoriteit in Jemen, op overige overheidsfunctionarissen en anderen in de traditionele en sociale media, geven allemaal weer dat de laatste toespraak van de heer al-Houthi een oproep is voor massale gruweldaden tegen een religieuze minderheid met genocide als oogmerk.’ Mevrouw Dugal verklaarde verder: “Om rampzalige gevolgen voor duizenden Jemenitische bahá’ís te voorkomen, moet de internationale gemeenschap deze nieuwste acties van de heer al-Houthi in de krachtigste bewoordingen veroordelen, om een einde te maken aan de verspreiding van venijn, valse retoriek en het aanzetten tot haat jegens de bahá’ís en er moet worden opgeroepen tot de onmiddellijke vrijlating van alle bahá’ís die in Jemen gevangen zitten.“
Deze laatste ontwikkelingen vormen een ernstige escalatie van het systematische patroon van door de autoriteiten in Sana’a ondernomen acties om de Jemenitische bahá’ís te onderdrukken – een patroon dat werd onderbroken door de massale arrestatie in augustus 2016 van meer dan 60 vrouwen, mannen en kinderen die deelnamen aan een educatieve bijeenkomst georganiseerd door bahá’ís; de oproep in april 2017 tot aanhouding van tenminste 25 prominente leden van de bahá’í-gemeenschap en de daaropvolgende detentie van verschillende bahá’ís, onder wie leden van bahá’í-instellingen; de uitspraak van de rechtbank in januari 2018 voor de openbare executie van de heer Hamed bin Haydara, een bahá’í die sinds 2013 gevangen wordt gehouden vanwege zijn religieuze overtuigingen en de ontbinding van alle bahá’í-instellingen in Jemen. Ondanks de toenemende druk zitten er op dit moment zes bahá’ís in de gevangenis, moet het doodvonnis van de heer Haydara nog worden ingetrokken en hebben een aantal prominente Jemenitische advocaten geweigerd zijn beroepsprocedure op zich te nemen uit angst voor mogelijke repercussies. Uit rapporten blijkt verder dat de Houthi’s de bahá’ís volgen en ze proberen in kaart te brengen.
Verschillende onafhankelijke bronnen hebben herhaaldelijk bevestigd dat Iraanse autoriteiten leiding geven aan inspanningen om de bahá’ís in Jemen te vervolgen. Meerdere rapporten geven verder aan dat hooggeplaatste functionarissen bij de Nationale Veiligheidsdienst druk uitoefenen op de bahá’í-gemeenschap op instructies uit Iran, ondanks herhaalde oproepen van prominente Jemenieten, sommigen behorend tot de Houthi’s, om gevangen genomen bahá’ís vrij te laten.
Klik hier om het bericht in het Arabisch te lezen.
Bron: https://www.bic.org/news/inflammatory-speech-houthi-leader-targets-bahais-yemen-genocidal-intent