Den Haag, 21 april 2017, (BWNS) – Er is een opdracht tot arrestatie van tenminste 25 bahá´ís door bepaalde autoriteiten in Sana’a, Jemen uitgevaardigd, die de Jemenitische bahá´ís intimideren en druk op hen uitoefent om hun geloof af te zweren.
De ongefundeerde en onzinnige beschuldigingen die tegen bahá´ís worden geuit, bestaan ondermeer uit het tonen van vriendelijkheid en van rechtvaardigheid in gedrag om mensen naar hun geloof aan te trekken. Deze beschuldigingen vertonen een opvallende gelijkenis met die van de bahá´ís in Iran, en in feite geven rapporten aan hoe de Iraanse autoriteiten invloed hebben op incidenten in Jemen.
Een groep bahá’ís in Jemen, waaronder dhr. Walid Ayyash (eerste van links) en dhr. Kaiwan Qaderi (eerste van rechts) die op dit moment gevangen genomen zijn door de Jemenitische autoriteiten.
Recente gebeurtenissen vormen storende ontwikkelingen in een reeks van aanvallen die zich bij de Jemenitische bahá´í-gemeenschap opstapelen. Dit zijn onder meer de arrestatie in 2013 en de aanhoudende rechtszaak van de heer Hamed bin Haydara, evenals de massale arrestatie van meer dan 60 deelnemers tijdens een educatieve bijeenkomst in 2016, waarvan de helft bahá´í was. De heer Kaiwan Qaderi, die zich onder de gearresteerden bevond, is langer dan acht maanden vastgehouden. Slechts enkele weken geleden is een werknemer van het Rode Kruis, die bahá’í is, gearresteerd op 5 april in Sana’a, simpelweg vanwege zijn geloof.
“Wij doen een beroep op de internationale gemeenschap om deze alarmerende en onheilspellende acties die door specifieke autoriteiten in Jemen zijn ondernomen, met inbegrip van de Nationale Veiligheid en de officier van justitie, te verwerpen en te eisen dat zij deze recente golf van arrestaties stoppen en de bahá´ís in de gevangenis vrijlaten, die in ernstig gevaar verkeren,” zei Bani Dugal, hoofd vertegenwoordiger van de Bahá’í International Community bij de Verenigde Naties.
“Laat ons niet,” was haar sterke pleidooi, “toekijken en een zaak van tirannie en onrecht tegen een religieuze gemeenschap laten gebeuren.”
Dhr. Badi’u’llah Sana’i, een prominent bouwkundig ingenieur in Sana’a, Jemen, die recentelijk werd gearresteerd, omdat hij een bahá’í is.
Onmiddellijk voorafgaand aan de oproep tot hun arrestatie, op maandag 17 april, zijn tientallen bahá´ís tussen 22:30 uur en middernacht gebeld, waarbij aan hen werd verteld dat ze de volgende ochtend in de rechtbank moesten verschijnen. Zich bewust van de recente inspanningen om de bahá´ís te vervolgen en gezien het feit dat er geen officiële rechterlijke uitspraak was overhandigd, hebben de bahá´ís afgesproken om enkele advocaten in hun plaats te sturen.
Eén bahá’í echter, dhr. Badi’u’llah Sana’i – een prominent bouwkundig ingenieur in Jemen, volgde de hem gegeven raad van zijn werkgever op en verscheen op 18 april bij de rechtbank. Hij werd onmiddellijk gearresteerd, wat de verdenkingen van een list betreffende het verzoek aan bahá’ís om voor de rechtbank te verschijnen om hen te kunnen arresteren bevestigt.
Nog twee bahá’ís, waaronder dhr. Walid Ayyash – een lid van een prominente Jemenitische stam, werden door de autoriteiten gearresteerd op 19 april, terwijl zij onderweg waren van de stad Ibb naar Hudaydah. Hun huidige verblijfsplaats is onbekend en de zorgen om hun veiligheid nemen toe.
Vele bahá’í-families uit Sana’a moesten huis en haard verlaten om te voorkomen dat zij onrechtmatig gearresteerd zouden worden. Dit betreft ook de vrouw van dhr. Haydara, die al drie jaar aan het strijden is voor de vrijlating van haar man terwijl zij zorgt voor hun drie dochters. Zij is nu zelf ook op de arrestatielijst gezet.
Ook al woedt er in de laatste jaren een burgeroorlog in Jemen, de bahá’ís aldaar weigeren om één kant te kiezen en ijveren in plaats daarvan aan de dienstbaarheid van alle mensen, waarbij in het bijzonder de nadruk gelegd wordt op de jongere generatie die gretig haar energie wil steken in de vernieuwing van hun samenleving.
Vele Jemenitische leiders van verschillende partijen hebben al hun sympathie geuit naar de bahá’í-gemeenschap. Zelfs onder de Houthi-regering in Sana’a, op het ministerie wat zich met deze vervolgingen bezigt, bevinden zich sleutelfiguren – waaronder een minister – die hun ontevredenheid hebben geuit op de onafgebroken vervolging van de bahá’ís, waarvan sommigen zelfs de recente aanvallen hebben veroordeeld op social media.
“Wij hebben het grootste vertrouwen in het ontvangen van steunbetuigingen van nog vele andere onpartijdige Jemenitische burgers, ongeacht vanuit welke groep of klasse zij afkomstig zijn, die er van overtuigd zijn dat de bahá’í-gemeenschap toegestaan zou moeten worden om zij aan zij te kunnen leven met anderen en bij te kunnen dragen aan de verbetering van de samenleving, vooral tijdens zo’n turbulente tijd van hun land”, zo zei Mw. Dugal.
Bron: http://news.bahai.org/story/1163