DEN HAAG, 5 april 2024 – De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties heeft gisteren gestemd voor verlenging van het mandaat van de Speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Iran.
De resolutie werd aangenomen met 24 stemmen, met 15 onthoudingen en 8 stemmen tegen, en riep ook op tot de verlenging van de in november 2022 opgerichte onderzoeksmissie inzake mensenrechten.
De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties heeft gestemd voor verlenging van het mandaat van de Speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Iran.
In de aanloop naar de stemming zeiden de Verenigde Staten dat “leden van religieuze en etnische minderheidsgroepen, waaronder bahá’ís, het recht is ontzegd om hun vrijheid van godsdienst of overtuiging uit te oefenen en dat zij de afgelopen weken zijn blootgesteld aan de ontheiliging van heilige plaatsen, waaronder begraafplaatsen.
Brazilië zei “verontrust” te blijven door berichten over schendingen van minderheden. “We herhalen onze steun aan de rechten van bahá’ís en personen die behoren tot andere religieuze minderheden om hun geloof vrij en vreedzaam uit te oefenen in Iran zonder enige discriminatie,” zeiden ze.
De stemming komt enkele dagen nadat een belangrijk nieuw rapport werd gepubliceerd door Human Rights Watch, getiteld “The Boot on My Neck: Iranian Authorities’ Crime of Persecution Against Bahá’is in Iran“, waarin staat dat de Iraanse regering een “misdaad tegen de menselijkheid van vervolging” begaat tegen de bahá’ís.
Professor Javaid Rehman, de aftredende speciale VN-rapporteur, had eerder op 18 maart een krachtig verslag overhandigd aan de Mensenrechtenraad, waarin hij de “extreme” en “aanhoudende” vervolging beschreef waarmee leden van de religieuze bahá’í-minderheid in de Islamitische Republiek worden geconfronteerd.
“Ik ben zeer verontrust en geschokt over de voortdurende, aanhoudende vervolging, willekeurige arrestaties en intimidatie van leden van de bahá’í-gemeenschap,” zei hij. “Ik heb de autoriteiten gewaarschuwd om onmiddellijk een einde te maken aan deze misdaden … waarvoor ze verantwoordelijk zullen worden gehouden.”
De volledige ambtstermijn van zes jaar van professor Rehman eindigt deze zomer. De laatste resolutie betekent dat er nu een opvolger wordt benoemd om dit werk voort te zetten vanaf juli 2024.
“We verwelkomen de voortdurende aandacht en steun van de VN-Mensenrechtenraad voor de mensenrechtensituatie in Iran,” zegt Simin Fahandej, vertegenwoordiger van de Bahá’í International Community (BIC) bij de Verenigde Naties in Genève. “Maar het is betreurenswaardig dat de Iraanse regering de internationale gemeenschap heeft verplicht om het mandaat van de Speciale Rapporteur opnieuw te verlengen, in plaats van de rechten van bahá’ís en alle anderen gelijk te erkennen en hen in staat te stellen een volwaardig leven te leiden samen met hun landgenoten.”
Verschillende VN-lidstaten – België, Canada, Luxemburg, Moldavië, het Verenigd Koninkrijk en Australië – hadden eerder ook al de Iraanse regering opgeroepen om samen te werken met de mensenrechtenmechanismen van de VN en maakten melding van de vervolging van bahá’ís in het land.
“Het minste wat de Iraanse regering nu kan doen is de herbenoemde VN-mensenrechtenmechanismen toestaan om de situatie in Iran te onderzoeken, met toegang tot het land, toegang tot bahá’ís en leden van andere minderheden, ontmoetingen met mensenrechtenverdedigers, en het aanvaarden van de aanbevelingen over het ongedaan maken van jarenlange brute vervolging van de hele Iraanse samenleving,” zegt mevrouw Fahandej.