Den Haag, 19 september 2017 — Na tien jaar onterecht gevangen te hebben gezeten en hardvochtig te zijn behandeld is Mahvash Sabet in Iran vrijgelaten. Zij was een van de zeven bahá’í-leiders in Iran die vanwege hun geloof tot tien jaar cel werden veroordeeld.
Mahvash Sabet, voormalig lid van de Yaran. Haar onterechte en kwellende gevangenschap kwam vandaag tot een einde.
Gedurende de jaren die zij zat opgesloten in de beruchte Iraanse gevangenissen Evin en Raja’i Shahr onderscheidde mevrouw Sabet zich door haar liefdevolle zorg en vriendelijkheid jegens haar medegevangenen. De journaliste Roxana Saberi, die in de Evin-gevangenis een cel deelde met Mahvash Sabet en Fariba Kamalabadi, eveneens deel uitmakend van de ‘Yaran’ (de ‘Vrienden’) zoals de groep van zeven werd genoemd, heeft geschreven over hoe hun mededogen het leven van de gevangenen raakte. Ook bewaart zij een roerende herinnering aan de zorg die zij haar boden, toen zij in hongerstaking ging.
Mahvash Sabet, voormalig docent en rector die ook werkte met het Nationale Comité voor Alfabetisering in Iran, vond in de gevangenis troost door het schrijven van poëzie. Haar opmerkelijke composities werden verzameld en naar het Engels vertaald. Het werk werd gepubliceerd in 2013 in een bundel dat de titel ‘Prison Poems’ kreeg. Het werd alom geprezen voor zijn literaire kwaliteit en diepgang.
Zoals eerder is gebeurd met gewetensgevangenen, schrijvers, opinieleiders en dichters die in de geschiedenis onterecht gevangen werden gezet, werd ook de kracht van mevrouw Sabet’s ideeën en overtuigingen alleen maar versterkt door haar vervolging.
De omstandigheden waaronder de auteur gebukt ging trekken de aandacht in deze diep ontroerde verzameling poëzie. Het inspireerde PEN International om voor mevrouw Sabet, ter verdediging van vervolgde schrijvers, campagne te voeren. Haar gedichten inspireerden eveneens de bekroonde componist Lasse Thoresen tot het schrijven van een muzikale compositie, die eerder dit jaar op een internationaal muziekfestival in Oslo werd uitgevoerd.
Mahvash Sabet, nu 64 jaar oud, werd in maart 2008 gearresteerd. De zes anderen werden in mei van datzelfde jaar gevangen genomen. Ze mochten wekenlang met niemand contact hebben, ondergingen eenzame opsluiting en leden onder verschrikkelijke psychologische en fysieke ontberingen.
‘Hoewel mevrouw Sabet uit de gevangenis is, zal ze nog steeds geen volledige vrijheid genieten’, aldus Bani Dugal, hoofdvertegenwoordiger van Bahá’í International Community bij de Verenigde Naties in New York. ‘Ze zal terugkeren naar een samenleving waar bahá’í-jongeren de toegang tot hoger onderwijs en overheidsbanen wordt ontzegd, waar aanvallen toenemen op kleine winkels die het eigendom zijn van bahá’ís, begraafplaatsen worden geschonden, bahá’ís dagelijks worden verguisd in de door de overheid gesteunde media en waar ze willekeurig gearresteerd en gevangengenomen worden vanwege hun overtuigingen’.
De overige zes leden van de vroegere Yaran zullen naar verwachting ook hun straffen voltooien in de komende maanden. Het zijn mevrouw Fariba Kamalabadi (55) en de heren Jamalodin Khanjani (83), Afif Naeimi (55), Saeid Rezai (59), Behrooz Tavakkoli (65) en Vahid Tizfahm (43).
‘Wij hopen dat met hun vrijlating een nieuw hoofdstuk begint hoe de bahá’ís in Iran behandeld worden en dat de overheid zal beginnen de obstakels weg te nemen waarmee zij de belofte die zij deed, gestand kan doen: ‘het creëren van gerechtigheid voor alle Iraniërs in gelijke mate’, zo zei Bani Dugal.