DEN HAAG, 5 maart 2021 – Een wereldwijde campagne ter ondersteuning van de vervolgde bahá’ís in Iran heeft geleid tot een ongekende stroom van solidariteit van functionarissen van de Verenigde Naties en de Europese Unie, staatslieden, regeringsfunctionarissen, religieuze personen onder wie moslimleiders, advocaten, prominente mensenrechtenactivisten, boerenverenigingen, acteurs en andere prominente figuren.
Mensen die aan de campagne meewerkten riepen op om een einde te maken aan de vervolging van de bahá’ís in Iran en bepleitten in het bijzonder de terugkeer naar voorouderlijk land van de bahá’ís in Ivel, een dorp in het noorden van Iran, dat door de Iraanse regering was onteigend, alleen vanwege de religieuze overtuigingen van de landeigenaren.
De golf van bezorgdheid – opmerkelijk in zijn diversiteit en geografische spreiding – weerspiegelt de aanhoudende verontwaardiging van de internationale gemeenschap over de schendingen van de mensenrechten die de Iraanse bahá’ís al decennialang hebben geleden.
‘In de afgelopen week werden de stemmen van de bahá’ís uit een klein dorp in Iran mondiaal, dankzij de buitengewone steun die werd geboden door regeringen, organisaties, prominente figuren, groepen en duizenden oprechte individuen over de hele wereld’, zei Diane Ala’i, vertegenwoordiger van Bahá’í International Community bij de Verenigde Naties in Genève. ‘Deze uitzonderlijke steun veroordeelt niet alleen de acties van Iran, maar laat de al zo lang lijdende bahá’ís in Iran zien dat de internationale gemeenschap hen steunt’.
De campagne komt nadat Iraanse rechtbanken beslisten om eigendommen van bahá’ís in Ivel in beslag te nemen, waardoor tientallen gezinnen ontheemd raakten en economisch verarmd. De bahá’ís vormen de grootste niet-moslim religieuze minderheid van Iran en zijn al 42 jaar het doelwit van door de staat gesanctioneerde systematische vervolging. Een en ander is uitgebreid gedocumenteerd door de Verenigde Naties.
Ahmed Shaheed, Speciale rapporteur van de VN voor vrijheid van religie of overtuiging, zei dat hij solidair was met de bahá’ís in Iran ‘die te maken hebben met systemische vervolging [en] flagrante schendingen van rechten’.
In het Europees Parlement werd een webinar gehouden over de situatie in Ivel met deelname van functionarissen van de Europese Unie en een voormalige Speciale VN-rapporteur, Miloon Kothari. De voorzitter van de delegatie van het Europees Parlement voor de betrekkingen met Iran, Cornelia Ernst, noemde de bahá’ís een ‘bijzonder kwetsbare gemeenschap’ en veroordeelde het ‘rampzalige beleid van de Iraanse regering ten aanzien van de bahá’ís’.
Brian Mulroney, een voormalige Canadese premier, ondertekende een spraakmakende open brief met meer dan 50 rechters, advocaten en voormalige procureurs-generaal, gericht aan de opperrechter van Iran, Ebrahim Raisi. In de brief stond dat de uitspraak van de rechtbank ‘niet alleen afwijkt van internationale mensenrechtennormen, maar ook van de tekst en de bedoeling van de Iraanse grondwet zelf’. De open brief kreeg veel publiciteit, onder meer door de Canadese media ‘The Globe and Mail’ en ‘CBC’.
Experts op het gebied van wereldwijde voedselsystemen en landbouw, onder wie functionarissen van het VN-ontwikkelingsprogramma, de Wereldbank, de Rockefeller Foundation, zakenmensen en academici van universiteiten over de gehele wereld, ondertekenden een open brief waarin de bahá’ís in Ivel werden beschreven als ‘hardwerkende landarbeiders met een laag inkomen die geen andere bezittingen en middelen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien, afgezien van hun huizen en landerijen’ en die ‘alarm’ slaan over de inbeslagname van hun eigendommen.
De oproep werd ondersteund door een ontroerende videoboodschap van solidariteit namens de boerengemeenschap in Australië, waarin de Iraanse regering en justitie werden opgeroepen om ‘het land en de eigendommen terug te geven aan hun rechtmatige eigenaren: de bahá’í-boeren in Ivel’.
Canadese parlementsleden voegden ook hun stem toe aan de campagne in een video waarin ze Iran opriepen om ‘de eigendommen van bahá’ís terug te geven en hun mensenrechten als Iraanse burgers te respecteren’.
De ministers van Buitenlandse Zaken van Canada en Zweden, Marc Garneau en Ann Linde, legden elk verklaringen af over de situatie in Ivel en uitten hun bezorgdheid over de voortdurende discriminatie van bahá’ís en inbeslagname van hun eigendommen. Andere regeringsfunctionarissen en parlementariërs uit Brazilië, Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hekelden ook de confiscaties in Ivel en drongen er bij Iran op aan te stoppen met het vervolgen van de bahá’ís.
Ambtenaren van twee regeringen riepen op tot erkenning van de bahá’í-gemeenschap in Iran. ‘Stop met het in beslag nemen van bahá’í-eigendommen in het dorp Ivel”, verklaarde Jos Douma, de Speciaal gezant voor religie en levensovertuiging. “En erken – eindelijk – de Bahá’í[s] als een religieuze gemeenschap’. De Duitse federale regeringscommissaris voor wereldwijde godsdienstvrijheid, Markus Grübel, riep Iran ook op om de bahá’ís te erkennen en een einde te maken aan de ‘discriminatie en vervolging van bahá’í-gemeenschappen’.
De verklaring van de VS, uitgegeven door de Amerikaanse Commissie voor Internationale Religieuze Vrijheid, veroordeelde de ‘alarmerende escalatie’ van de ‘maatregelen die de Iraanse regering op basis van hun geloof tegen bahá’ís in Iran heeft genomen’.
Moslimleiders over de hele wereld sloten zich ook aan bij de campagne en riepen Iran op om ‘dit onrecht aan te pakken’, eraan toevoegend: ‘De islam staat niet toe dat een regering land van burgers in beslag neemt alleen omdat ze een andere religie volgen’.
De verklaringen, afkomstig van moslimleiders in India (de All India Tanzeem Falahul Muslimeen en de All India Safi Association), de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada en Australië, waren een krachtig signaal naar de Iraanse regering dat, in tegenstelling tot haar beweringen, hun geloofsgenoten hun acties niet zien als zijnde in overeenstemming met de islamitische wet.
Daarnaast gaven veertien vooraanstaande Iraanse religieuze geleerden buiten Iran een collectieve verklaringaf waarin ze de Iraanse regering ‘dringend verzocht een einde te maken aan de brutale confiscatie van bahá’í-eigendommen in het hele land’ en om de ‘vervolging, vijandigheid en beledigingen’ aan te pakken waaronder de bahá’ís lijden. Een prominent opiniërend artikel werd ook gepubliceerd in The Wall Street Journal door Reza Afshari, een expert op het gebied van mensenrechten in Iran.
Maatschappelijke organisaties in de Verenigde Staten, waaronder het American Islamic Forum for Democracy, de Anti-Defamation League Task Force on Middle East Minorities, United for Iran, het Abdorrahman Boroumand Center for Human Rights in Iran, Freedom House, het Dietrich Bonhoeffer Institute, en anderen ondertekenden nog een open brief die was gericht aan de twee rechters die de uitspraak deden, de heren Hasan Babaie en Sadegh Savadkouhi.
Christian Solidarity Worldwide, het Raoul Wallenberg Center, de Braziliaanse Nationale Raad van Kerken, het Legal Resources Centre van Zuid-Afrika en de Duitse Internationale Vereniging voor Mensenrechtenbehoorden ook tot de vele geloofs- en maatschappelijke groeperingen die solidair waren met de bahá’ís in Ivel.
Duizenden leden van parlementen, mensenrechtenactivisten, acteurs en gewone burgers sloten zich ook aan bij tal van reacties op Twitter en deelden artikelen en solidariteitsboodschappen over de inbeslagneming van land in Ivel met de hashtag #ItsTheirLand. Door de actie op sociale media bereikten 35.000 tweets ongeveer 52 miljoen mensen over de hele wereld, was de hashtag op een gegeven moment trending in Australië. Een soortgelijke hashtag is ook populair op Twitter in de Perzische taal.
Prominente Iraanse academici, auteurs, activisten, acteurs en artiesten buiten Iran, onder wie Masih Alinejad, Max Amini, Nazanin Boniadi, Nina Ansary, Abbas Milani, Sina Valiollah, Omid Djalili, Maziar Bahari, Ladan Boroumand en anderen sloten zich ook aan bij de actie op Twitter, net als de Amerikaanse acteurs Rainn Wilson, Justin Baldoni en Eva LaRue, en de Britse romanschrijver en komiek David Baddiel.
“De steunbetuigingen voor de bahá’ís in Ivel tonen aan dat de religieuze motivatie van de Iraanse regering voor de vervolging van de bahá’ís aan de wereld duidelijk is gemaakt. De manier waarop Iran zijn bahá’í-gemeenschap behandelt, wordt meer dan ooit veroordeeld door een groeiend koor van regeringen, maatschappelijke groeperingen en individuen, niet alleen in de internationale gemeenschap maar ook door Iraniërs zelf’, aldus Diane Ala’i.
‘De vrijheid van godsdienst is een fundamenteel recht dat aan welk individu ook door een regering niet kan worden ontnomen. De wereld kijkt naar Iran en eist dat de regering een einde maakt aan de volkomen ongegronde vervolging van onschuldige bahá’ís vanwege hun geloof’.