DEN HAAG, 21 september 2023 – De Bahá’í International Community (BIC) benadrukte de minachting van de Iraanse president Ebrahim Raisi voor mensenrechten in zijn toespraak tot de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) op 19 september, zelfs nu de wereld de behandeling van vrouwen en minderheden door de Iraanse regering herdenkt, evenals haar jarenlange onderdrukking van de Iraanse Bahá’í-gemeenschap.
De Bahá’í International Community benadrukte de minachting van de Iraanse president Ebrahim Raisi voor mensenrechten in zijn toespraak tot de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 19 september
Raisi ging in zijn toespraak voorbij aan de vervolging van de bahá’ís, de grootste niet-islamitische religieuze minderheid in Iran, een situatie die door VN-lidstaten en -agentschappen is veroordeeld. Hij ging ook niet in op de mensenrechtenkwesties van andere religieuze en etnische minderheden, vrouwen en gewetensgevangenen.
De speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in de Islamitische Republiek Iran, Javaid Rehman, zei afgelopen februari nog dat de bahá’ís nog steeds “het zwaarst vervolgd worden, met een duidelijke toename van het aantal arrestaties, doelwitten en slachtofferschap”.
De president van de Islamitische Republiek riep ook op tot respect voor religies over de hele wereld en voor religieuze geschriften. Maar zijn regering besteedt elk jaar miljoenen dollars en enorme staatsmiddelen aan de productie van haatzaaiend materiaal over de leer van de bahá’ís en de religieuze teksten van de bahá’ís – middelen die in plaats daarvan gebruikt zouden kunnen worden om de Iraanse samenleving verder te ontwikkelen.
De zittingen van de Algemene Vergadering van de VN worden elk jaar in september gehouden en wereldleiders komen samen om toespraken te houden tijdens de High-level week, deze week dus. De Algemene Vergadering is een van de zes belangrijkste organen van de Verenigde Naties en fungeert als het belangrijkste orgaan voor overleg, beleidsvorming en vertegenwoordiging en onderzoekt onder andere mensenrechtenkwesties.
“Elk jaar zien we een Iraanse president verschijnen voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties om te zeggen, zoals president Raisi deze week zei, dat de Islamitische Republiek gelooft dat iedereen gelijk is en dat het verboden is om anderen met geweld te behandelen,” zei Bani Dugal, de hoofdvertegenwoordiger van de BIC bij de Verenigde Naties. “De adembenemende hypocrisie van de Iraanse regering moet aan de kaak worden gesteld. Als de Iraanse regering gelooft dat alle mensen gelijk zijn, waarom heeft ze dan de afgelopen 44 jaar de Iraanse Bahá’í-gemeenschap systematisch vervolgd? Waarom mogen bahá’ís geen hoger onderwijs volgen, waarom worden ze vastgehouden, gedagvaard, zonder eerlijk proces op valse beschuldigingen berecht en jarenlang opgesloten? Als de Iraanse autoriteiten zeggen dat geweld verboden zou moeten zijn, waarom worden bahá’ís – en vele gewetensgevangenen in Iraanse gevangenissen, van alle achtergronden – dan fysiek en psychologisch mishandeld?”
Sinds 1983 is er jaarlijks een resolutie van de Algemene Vergadering tegen Iran aangenomen, met steun en medesponsoring van alle regio’s, waarin de mensenrechtenschendingen van Iran tegen zijn burgers worden geschetst.
“De Bahá’í-gemeenschap heeft in de loop van tientallen jaren duizenden bewijsstukken verzameld, waaronder gerechtelijke documenten, officieel beleid en VN-rapporten, die de meedogenloze, door de staat gesteunde vervolging van de bahá’ís laten zien,” voegde mevrouw Dugal eraan toe. “We hopen dat wereldleiders uit elke regio tijdens de resterende dagen van de Algemene Vergadering zullen opstaan om alle mensen in Iran te herdenken die lijden onder onrecht, inclusief de bahá’ís.”
De afgelopen twaalf maanden is de situatie van de Iraanse Bahá’í-gemeenschap en de Iraanse bevolking in het algemeen steeds slechter geworden. De bahá’ís – Iran’s grootste niet-islamitische religieuze minderheid – worden systematisch vervolgd sinds de oprichting van de Islamitische Republiek 44 jaar geleden.
Meerdere Iraanse beleidsdocumenten, waaronder een geheim memorandum uit 1991, ondertekend door Opperste Leider Ali Khamenei, hebben opgeroepen om de bahá’í-gemeenschap te “blokkeren”, in de gaten te houden en op andere manieren lastig te vallen en de toegang tot universiteiten en overheidsbanen te ontzeggen.
In de afgelopen weken zijn er meer dan 180 incidenten geweest van vervolging tegen de gemeenschap, waaronder 60 arrestaties en gevangennemingen.
Twee oudere bahá’í-vrouwen, Mahvash Sabet en Fariba Kamalabadi, zitten al meer dan een jaar vast in de Evin-gevangenis als onderdeel van een onrechtvaardige gevangenisstraf van tien jaar. Tussen 2008 en 2018 zaten zij al een tienjarige gevangenisstraf uit die hen was opgelegd. Ze zaten toen samen met vijf anderen gevangen die lid waren geweest van een informele leiderschapsgroep van de Bahá’í-gemeenschap in Iran, tot 2008 toen de groep werd ontbonden en zij alle zeven werden gearresteerd en gevangengezet.
In augustus werd Jamaloddin Khanjani, een 90-jarige bahá’í met een zwakke gezondheid die eerder ook al tien jaar in de gevangenis had gezeten voor zijn bahá’í-geloof, gearresteerd als onderdeel van een nieuwe golf van repressie tegen de bahá’ís in het land. De heer Khanjani en zijn dochter Maria, die samen met hem gearresteerd werd, werden later vrijgelaten op een extreem hoge borgtocht.
In mei meldde de BIC dat, te midden van het wijdverspreide lijden van de Iraniërs, een agent van het Iraanse ministerie van Inlichtingen met geweld overleden bahá’ís begroef zonder medeweten van hun families en in strijd met de bahá’í begrafenisgebruiken. De incidenten waren de laatste van verschillende en de stoffelijke resten van verschillende bahá’ís werden in mortuaria bewaard terwijl de bahá’ís worstelden om de situatie met de autoriteiten op te lossen.
En in de zomer van 2022 markeerde een reeks arrestaties, het slopen van huizen, propaganda en andere daden van vervolging het begin van de voortdurende onderdrukking van de Iraanse Baha’i-gemeenschap:
- Door opleggen gevangenisstraf aan bahá’ís uit Shiraz scheiden Iraanse autoriteiten kinderen van hun ouders
- BIC New York luidt noodklok: 44 Iraanse bahá’ís gearresteerd, voorgeleid of gevangengezet
- Vervolging van de bahá’ís in Iran verergert voor de tweede opeenvolgende maand
- Bahá’ís beschuldigd van ‘kolonialisme’ en ‘infiltreren in kleuterscholen’; 52 nieuwe zaken toegevoegd aan de meer dan 100 vervolgingen van de afgelopen weken
- Breaking: Iraanse overheid intensifeert vervolging van de bahá’ís met buitensporige huizensloop en landroof
- Update: 200 Iraanse regeringsfunctionarissen vernietigen bahá’í-huizen en nemen 20 hectare land in beslag
- Onthulling: schaamteloze Iraanse propagandatruc beschuldigt bahá’ís in nepvideo’s en haatzaaiende uitlatingen
- Drie weken in Iran: 200 gevallen van bahá’ís als doelwit, terwijl de internationale gemeenschap het “ingrijpende optreden” veroordeelt
- Iran: één maand van hardhandige acties tegen de bahá’ís leiden tot 245 arrestaties
Miljoenen mensen over de hele wereld werden echter bereikt door de wereldwijde #OurStoryIsOne-campagne, die opmerkelijke steun omvatte van duizenden mensenrechtenactivisten, regeringsfunctionarissen en politieke leiders, prominente personen, kunstenaars en gewone burgers van over de hele wereld, om de rechten van de Iraanse Bahá’í-gemeenschap te steunen.
“De heer Raisi verschijnt voor de internationale gemeenschap net nu miljoenen burgers in zijn land geconfronteerd worden met mensenrechtenschendingen,” zei mevrouw Dugal, “en elk jaar wordt de Iraanse regering opnieuw berispt door internationale instanties voor het vervolgen van bahá’ís en het lastigvallen van vele anderen. Vandaag moet de gemeenschap van naties op zoek gaan naar nieuwe manieren om de Iraanse regering verantwoordelijk te houden voor het schenden van de mensenrechten van al haar burgers. Alle onschuldige en verdraagzame Iraniërs, inclusief de bahá’ís, verdienen gerechtigheid.”