DEN HAAG, 4 juni 2020 – De Jemenitische Houthi-autoriteiten riskeren nodeloos het leven van zes onschuldige bahá’í-gewetensgevangenen ondanks aanwijzingen dat de pandemie zich heeft verspreid naar gevangenissen in Sanaa en wijdverbreide waarschuwingen van de VN dat het coronavirus zich snel vermenigvuldigt in Jemen.
Sanaa, Jemen (foto: britannica.com)
Twee maanden zijn verstreken sinds de president van de Hoge Politieke Raad in Sanaa de vrijlating van zes gedetineerde bahá’ís verordende. Omstreeks die tijd begon het coronavirus zich door Jemen te verspreiden, terwijl de zes bahá’ís vast bleven zitten. Enkele dagen geleden gaven bronnen in Sanaa aan dat bij twee gedetineerden in de centrale gevangenis het coronavirus is vastgesteld.
‘De Internationale Bahá’í-gemeenschap is ernstig verontrust door het feit dat de verordening van de heer Mahdi al-Mashat, die op 25 maart is uitgevaardigd, niet is uitgevoerd door gerechtelijke en veiligheidsautoriteiten en de zes bahá’ís nog steeds niet vrijgelaten zijn’, zei Diane Ala’i, de bahá’í-vertegenwoordiger van Bahá’í International Community bij de VN in Genève. ‘De gevangenissen zijn hotspots voor uitbraken van het coronavirus vanwege hun onhygiënische en erbarmelijke omstandigheden en de zes bahá’ís, die gemarteld zijn en aan wie jarenlang medische zorg is ontzegd, zijn net als alle andere gevangenen in vergelijkbare omstandigheden zeer kwetsbaar voor ziekten, die in de gevangenissen in Sanaa hun weg vinden. Het gevangenhouden van deze personen brengt ernstige gezondheidsrisico’s en zelfs de dood met zich mee. Het is onverklaarbaar en onverantwoordelijk’, voegde zij eraan toe.
Het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties heeft verzocht gewetensgevangenen over de hele wereld vrij te laten om gevangenen te beschermen tegen het risico van infectie in gevangenissen.
Een groep mensenrechtenexperts van de VN heeft ook opgeroepen tot de ‘onmiddellijke en onvoorwaardelijke’ vrijlating van de zes bahá’ís die in Jemen vast worden gehouden. De speciale gezant voor Jemen, evenals diplomaten uit Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, een Canadese senator en het International Panel of Parliamentarians for Freedom of Religion or Belief, hebben ook een beroep gedaan op de Houthi-autoriteiten om de bahá’ís zonder verdere vertraging vrij te laten. De gebeurtenissen rond de bahá’ís in Jemen zijn ook bekend gemaakt door media als Reuters, New York Times, Washington Post, Asharq al-Awsat en de Toronto Star.
De bahá’í-gewetensgevangenen zijn de heer Hamed bin Haydara, die in 2013 werd gearresteerd en vijf anderen die sinds 2017 gevangen zitten, namelijk de heren Waleed Ayyash, Akram Ayyash, Kayvan Ghaderi, Wael al-Arieghie en Badiullah Sana’i. Ieder van hen werd onterecht vastgehouden en ondervraagd, en in sommige gevallen fysiek gemarteld, voordat ze vals beschuldigd en berecht werden zonder toegang tot advocaten. De heer Sana’i is ondertussen ouder dan 70 jaar..
De slechte gezondheid van de gevangenen maakt de bahá’ís bijzonder kwetsbaar, omdat het coronavirus de gevangenispopulatie in gevaar brengt vanwege gebrekkige medische zorg.
‘De situatie wordt steeds kritieker. We hebben een reële angst voor de gezondheid en het leven van de zes gevangen bahá’ís’, zei Diane Ala’i. ‘Hernieuwde internationale druk op de Houthi’s is de laatst overgebleven hoop om de vrijlating van de bahá’ís te verzekeren, voordat het te laat is’.
Bron: https://www.bic.org/news/houthis-endangering-lives-bahai-prisoners-during-coronavirus-pandemic