Geest van solidariteit met bahá’ís groeit naar ongekend niveau in Jemen

Den Haag, 25 augustus 2016 – Een buitengewone golf van steun door organisaties en personen heeft hoop ontstoken in de harten van de bahá’ís van Jemen, in de nasleep van recente aanhoudingen in dat land. Hieruit blijkt ook de mate waarin de motivatie van de bahá’ís om de eenheid te bouwen weerklank vindt bij zovelen in dat land en in de hele regio. Eén steunbetuiging begon met deze dramatische verklaring van solidariteit: “We zijn allemaal bahá’ís”.

Op 10 augustus jl. overvielen gewapende, gemaskerde soldaten een educatieve bijeenkomst die gezamenlijk was georganiseerd door de Nida Foundation for Development en de bahá’í-gemeenschap van Jemen met als thema morele bekrachtiging en dienstbaarheid. Meer dan zestig deelnemers werden gearresteerd, onder wie jongeren en kinderen. De helft van hen waren bahá’í en naar wordt aangenomen zitten zo’n veertien gearresteerden nog in de gevangenis, onder wie jonge moeders.

jemen
“Vrijheid voor de bahais van Jemen” is een van de hashtags die
rondgaan in de sociale media in de Arabische wereld.

Echter,  de inval heeft een ongekende respons van burgers en maatschappelijke organisaties uitgelokt. Wijdverbreide aandacht in media – van de regionale televisie, op het internet tot kranten en tijdschriften – heeft de constructieve inspanningen van de bahá’í-gemeenschap naar voren gebracht en de ongefundeerdheid en het gebrek aan logica van de arrestaties.

Twee van de toonaangevende pan-Arabische dagbladen –  Al-Arab en Al Quds Al-Arabi – gingen uitgebreid  op de gebeurtenissen in. Verwante verhalen zijn gepubliceerd door talloze andere nieuwsbronnen, zoals Al Morasel, Al Modon, Akhbar Al Khaleej, Gulf Eyes, Al Masdar, Mosnad News, Sadaa Adan en Jemen Shabab.

‘Waarom zou je een groep vreedzame bahá’ís arresteren terwijl het land vol zit met wapenhandelaars, bendes, aanstichters van opruiing, saboteurs, spionnen en op de loer liggende terroristen? Welke moed schuilt er achter de arrestatie van een groep weerloze kinderen en jongeren, terwijl Jemen vol zit met duizenden moordenaars, dieven, criminelen, bendes en gewapende religieuze milities? ‘ vraagt ​​schrijver Sadiq Al-Qadi in een artikel in Al-Morasel News getiteld “Omwille van het geloof, de natie en de mensheid: bevrijd de bahá’ís’.

‘Hoe profiteert het land van de vervolging van een groep die gelooft in gehoorzaamheid aan je land? Welke voordelen biedt de arrestatie van mensen die werk beschouwen als aanbidding en die ernaar streven om de gemeenschap te dienen?’, zo vervolgt het artikel.

De Nida Foundation en de bahá’í-gemeenschap in Jemen zijn betrokken bij programma’s voor de bekrachtignig van jongeren zodat zij op  praktische manieren gericht zijn op de sociale, morele en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. Beide zijn ook bezig met het verhogen van de status van vrouwen en de bevordering van het concept van gelijkheid en in het bijzonder de opvoeding van jonge meisjes. Bovendien heeft de Nida Foundation besprekingen gevoerd met stamhoofden over de ingrijpende gevolgen van vrede, verzoening en co-existentie op die door oorlog verscheurde samenleving.

Ondersteuning is ook gekomen van stamhoofden en burgers van verschillende achtergronden. Bijvoorbeeld op de website van ‘The People of the Koran ‘  een islamitische religieuze orde die ook wel de Quranis wordt genoemd en die miljoenen volgelingen heeft in de hele Arabische regio –  werd het vreedzame karakter van de educatieve bijeenkomst benadrukt. De website verklaart dat het evenement werd gehouden ‘in een sfeer van liefde en trouw voor Jemen; een programma vol enthousiasme, vastberadenheid en onbaatzuchtigheid om de zaak van vrede en co-existentie, community building en de eenheid te dienen ten bate van de kinderen van hun land’.

‘We zijn allemaal bahá’ís!’, zo begint hun verklaring.

‘Als je een ideologie wilt verspreiden, vervolg het! Dit somt de menselijke ervaring op met elke nieuwe manier van denken,’ zo vervolgt de verklaring.

Het regiokantoor van Amnesty International heeft een verklaring uitgegeven waarin de acties van de overheid worden veroordeeld. ‘De willekeurige arrestaties van bahá’ís  voor niets meer dan het bijwonen van een vreedzaam gemeenschappelijk evenement is totaal niet te rechtvaardigen. Het is slechts het meest recente voorbeeld van de vervolging van religieuze minderheden door de autoriteiten’, zegt Magdalena Mughrabi, adjunct-directeur van het Midden-Oosten en Noord-Afrika programma bij Amnesty International.

Ook op de sociale media  verschenen talrijke berichten en  vele hashtags, zowel in het Engels als in het Arabisch, van degenen die de bahá’ís steunen. #Free_Bahais; #Free_Bahai_Mothers; #Freedom_For_Bahais en veel soortgelijke hashtags hebben de aandacht gevestigd op de arrestaties en gewezen op het hoge karakter en de doelstellingen van de bahá’ís.

Veel steunbetuigingen echoden soortgelijke thema’s, namelijk het belang van de activiteiten van de bahá’ís voor de verbetering van Jemen in een tijd waarin de grootste behoefte bestaat aan constructieve inspanningen. De reactie van de Jemenitische samenleving ter ondersteuning van de gedetineerden is inderdaad zo overweldigend en wijdverbreid geweest, dat sommigen zich hebben afgevraagd wie de werkelijke aanstichters van dit incident zijn geweest.

BIC New York (Bahá’í International Community Office bij de VN) heeft ook een verklaring afgegeven met details van de arrestaties.

Misschien wel een van de meest krachtige interventies tot nu toe is gedaan door Arwa Othman, tot voor kort minister in de regering van Jemen en nu een mensenrechtenactivist. Ze schreef: ‘Nationale Veiligheidsdienst: welke functie hebt u momenteel? Het land is in vlammen door de oorlog en u bent uw plichten vergeten en overvielen een educatieve bijeenkomst voor jongeren die dezelfde doelstelling had als die wordt omhelsd in de maatschappelijke leerboeken van uw kinderen op school’.

Haar verklaring vervolgt: ‘De kinderen, jongeren en vrouwen die u hebt gearresteerd zijn geen vijand aan wie u nodig de oorlog moeten verklaren en opsluiten, in strijd met hun rechten, vooral de rechten van kinderen. Welk bewijs hebt u gevonden in de papieren knipsels en kleurpotloden die aantonen dat er een misdrijf is gepleegd?’

Arwa Othman benadrukte het contrast met de echte uitdagingen van de regio en verklaarde: ‘Welke bedreiging noodzaakte u om een bijeenkomst voor opbouw van de samenleving binnen te gaan alsof het om een terroristische cel ging die de openbare veiligheid en de soevereiniteit van het land bedreigde. Welke militaire kampen hebt u ontdekt in het geheugen van elk kind, vrouw en tiener? Welke slapende cellen van religieuze en sektarische opruiing, die werken voor de belangen van de vijanden van Jemen,  hebt u gevonden in die beschaafde omgeving?’

Tot slot, verwijzend naar de vrouwen die werden gearresteerd, schreef ze: ‘Wat heeft u bezield om ze op te pakken? Hun kinderen lijden aan rouw en verlies. Sommigen van die kinderen zijn zuigelingen. Wat is er gebeurd met u en met uw eer, Nationale Veiligheidsdienst?’

Bron: http://news.bahai.org/story/1118