Den Haag, 17 november 2016 – De Verenigde Naties hebben deze week ernstige zorgen geuit over de ‘strenge beperkingen’ op het recht op vrijheid van godsdienst of overtuiging in Iran en in het bijzonder over de voortdurende vervolging van de Iraanse bahá’ís.
De berisping – de 29e uiting van afkeuring sinds 1985 – stond in een jaarlijkse resolutie over de mensenrechten in Iran, die werd goedgekeurd door de Derde Commissie van de Algemene Vergadering met 83 stemmen voor, 35 tegen en 63 onthoudingen.
De zaal van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
De stemming volgde op een in september uitgebracht rapport door VN secretaris-generaal Ban Ki-moon, waarin hij zei dat de bahá’ís ‘de zwaarst vervolgde religieuze minderheid’ in Iran zijn. Voorts werd een nieuw rapport over de vervolging van de bahá’ís in Iran vrijgegeven door Bahá’í International Community op 25 oktober jl.
In de resolutie van deze week werd ook bezorgdheid geuit over Irans ‘alarmerend hoog’ gebruik van de doodstraf, de ‘wijdverspreide en systematische toepassing van willekeurige detentie’ en de vervolging van politieke tegenstanders, mensenrechtenverdedigers, journalisten en activisten die opkomen voor de rechten van vrouwen en minderheden.
‘Hoewel Iran heeft getracht haar betrekkingen met de wereld te normaliseren, toont de passage van deze resolutie aan dat de internationale gemeenschap nog steeds van mening is dat de situatie van de mensenrechten in het land een probleem blijft en serieuze aandacht vereist’, aldus Bani Dugal, hoofdvertegenwoordiger van Bahá’í International Community bij de VN.
‘Zeker in het geval van de Iraanse bahá’ís zijn de omstandigheden verslechterd. Onder andere heeft de regering haar tactiek verlegd naar meer geavanceerde en minder kwantificeerbare vormen van vervolging, sociaal, economisch en educatief van aard, met het doel het moeilijker te maken om gevallen van vervolging te documenteren’.
‘Economische wurging wordt meer en meer verspreid. Nog maar twee weken geleden bijvoorbeeld, heeft de overheid meer dan 100 winkels van bahá’ís stilgelegd nadat hun eigenaren de winkels hadden gesloten om heilige dagen in het Bahá’í-geloof in acht nemen, waarmee één element van een ernstige economische discriminatie wordt weerspiegeld, zoals is vastgelegd in een recente brief aan de Iraanse president Hassan Rohani, “zei mevrouw Dugal.
Ze merkte ook op dat de regering doorgaat met het arresteren en gevangen nemen van bahá’ís en dat jonge bahá’ís worden uitgesloten van de universiteit. ‘In het algemeen gesproken komt het programma van de regering tegen bahá’ís neer op een sterk gecoördineerde inspanning om deze gemeenschap te vernietigen als een levensvatbare entiteit’, zei ze.
In de resolutie wordt Iran opgeroepen om volledig samen te werken met de speciale rapporteur inzake mensenrechten in Iran, van wie de herhaalde verzoeken voor een bezoek aan Iran zijn geweigerd. Ahmed Shaheed, die tot 31 oktober de speciale rapporteur inzake mensenrechten was, bracht in september een rapport uit waarin werd vastgesteld dat er een intense anti-bahá’í propagandacampagne wordt gevoerd door de overheid, dat er nog steeds bahá’ís gevangen worden gehouden en dat zij economisch worden gediscrimineerd.
De resolutie werd ingebracht door Canada en had 41 mede-ondertekenaars.
Bron: http://news.bahai.org/story/1138