Den Haag, 24 maart 2017 – In de afgelopen twintig jaar is er over de gehele wereld opmerkelijke vooruitgang geboekt bij het verschaffen van toegang tot onderwijs voor kinderen. Onderzoek op het gebied van educatie laat evenwel zien dat meer onderwijs niet automatisch heeft geleid tot meer kennis. De Verenigde Naties schatten dat 250 miljoen kinderen niet in staat zijn om te lezen, om te schrijven, of om eenvoudige rekensommen uit te voeren, of ze nou wel of niet naar school zijn geweest.
SAT slaat een brug tussen theorie en praktijk door studenten te kans te geven om wiskunde en wetenschap te leren in de context van landbouw en andere praktische ondernemingen.
De Brookings Institution uit Washington D.C. – een belangrijke denktank in de Verenigde Staten – startte in 2015 een initiatief dat ‘Millions Learning’ wordt genoemd en dat tot doel heeft om het probleem dat door het instituut de ‘kenniscrisis’ wordt genoemd aan te pakken. In een uitgebreide studie werd getracht om educatieve middelen te identificeren waar niet alleen de toegang tot scholen verbeterde, maar ook het leren zelf.
Eén van de programma’s die in het rapport worden genoemd is het bahá’í -geïnspireerde initiatief Sistema de Aprendizaje Tutorial (SAT, leersysteem met tutoren). Sinds haar oprichting in het begin van de jaren zeventig in Colombia, heeft SAT zich verspreid door geheel Latijns-Amerika. Inmiddels zijn hiermee meer dan 300.000 studenten bereikt en is het leersysteem geaccrediteerd en erkend door een aantal regeringen.
Het rapport ‘Millions Learning’ onderstreept 14 educatieve programma’s, die een toename van leerresultaten laat zien door middel van innovatieve benaderingen in het onderwijs. Een belangrijk criterium van de studie was dat deze programma’s opgeschaald zouden kunnen worden in grootte en op een duurzame manier geïmplementeerd kunnen worden op andere plekken.
Volgens Brookings ‘versnelt SAT een onderwijsrevolutie’ door ‘het transformeren van de manier waarop het onderwijs conceptueel wordt aangepakt, ontworpen en gegeven’.
‘SAT is radicaal anders dan het traditionele model dat wordt gehanteerd op de middelbare school en het is hypermodern op tal van manieren’, zegt Jenny Perlman Robinson, auteur van de eerder genoemde studie van de Brookings Institution. ‘Het richt zich op vaardigheden die buiten de traditionele academische vaardigheden liggen, zoals morele en karakter technische ontwikkeling, en het beschouwt het leren als iets veel breders.’
Een groep jeugd leert hoe zij percelen boomgaard klaar moeten maken voor het planten van gewassen, als deel van het SAT-programma in Honduras.
Aan alle inspanningen van het SAT-programma ligt de filosofie van het voeden van een generatie van maatschappelijk gelijkgestemde jongeren ten grondslag, die ontwikkelingen in hun gemeenschappen duurzaam kunnen ondersteunen. SAT’s innovaties herdefiniëren onderwijs op het platteland als een morele inspanning, op basis van een proces van actie en onderzoek.
SAT slaat een brug tussen theorie en praktijk door het werk in de klas te koppelen met ondernemingen in de praktijk, zoals het stimuleren van studenten om wiskunde en wetenschap te leren in de context van het kweken van groenten of met behulp van hun taalvaardigheid kleine studiegroepen op te richten om alfabetisering te bevorderen.
SAT werd van origine ontwikkeld door de NGO FUNDAEC (Fundación para la Aplicación y Enseñanza de las Ciencias, Stichting voor de Toepassing en het Onderwijs van Wetenschappen) om bij te dragen aan de ontwikkeling van gemeenschappen op het platteland. FUNDAEC ontwikkelde SAT als een strategie voor het bevorderen van sociale en economische ontwikkeling en niet als een programma om het vacuüm in het voortgezet onderwijs op te vullen. Maar het werd al snel duidelijk dat onderwijs dé manier was om dat doel te bereiken.
Een baanbrekend verschil tussen SAT en andere algemeen aanvaarde klasmodellen is het concept van ‘tutoren’. Leraren die met SAT werken worden aangeduid als tutoren. Hun rol wordt gedefinieerd als het begeleiden en faciliteren van het leerproces en blijft niet beperkt tot het verstrekken van informatie. Het gebrek aan hiërarchie is ‘een belangrijk onderscheid’, schreef Brookings, omdat het een cultuur van wederzijds respect en vertrouwen tussen tutoren en studenten schept.
‘Dit verandert radicaal het onderricht-leerproces’, aldus het rapport. ‘Het onderscheidend vermogen wordt verder tot uiting gebracht door de nadruk van het programma op dialoog en discussie, alsook nauwe leraar-leerling oefeningen die normaal worden uitgevoerd in een kring of in kleine groepen’.
Bovendien, in tegenstelling tot traditionele onderwijsmodellen, legt SAT een grote nadruk op dienstbaarheid aan de gemeenschap. ‘Die dienstbaarheid wordt niet gezien als alleen maar een toevoeging aan het onderwijs. In plaats daarvan is het veeleer een deel van het kerncurriculum’, legde Jenny Robinson uit.
‘Toen we de ideeën die aan het SAT-raamwerk ten grondslag liggen aan anderen presenteerden, kregen we reacties als ‘Ik ben hier enthousiast over, maar het is utopisch’, zegt Erin Murphy-Graham, hoogleraar aan de Universiteit van Berkeley in Californië en de auteur van ‘Opening Minds, Improving Lives: Education and Women’s Empowerment in Honduras’. ‘Maar het is geen utopie, het is in feite iets dat is geïmplementeerd, dat is getest, dat is verfijnd. Het is een educatief programma dat in staat is gebleken om een zeer specifiek en zeer nauwkeurig conceptueel raamwerk te belichamen rondom de rol van kennis in een zich ontwikkelende beschaving, en het is mogelijk. We hebben het niet over de verre toekomst. We praten over dingen die nu gebeuren, in verschillende landen in Latijns-Amerika’.
Het onderzoek naar het SAT-programma, getiteld ‘Sistema de Aprendizaje Tutorial: Redefining Rural Secondary Education in Latin America’ werd geschreven door Christina Kwauk en Jenny Perlman Robinson en gepubliceerd door het Brookings Centre for Universal Education in juli 2016. Een exemplaar is online hier beschikbaar:
Ga voor meer informatie over dit onderzoek naar de BWNS site om te luisteren naar een gesprek tussen Erin Murphy-Graham en Jenny Robinson. Zij leggen uit hoe SAT werd gekozen door Brookings, wat de filosofie van het programma baanbrekend maakt en de impact die het heeft op de gemeenschappen in heel Latijns-Amerika.
Naar het artikel online:
http://news.bahai.org/story/1155