DEN HAAG, 10 maart 2021 – De Bahá’í International Community (BIC) is geschokt door de inhoud van officiële Iraanse regelgeving die lokale autoriteiten in de stad Sari, in de noordelijke provincie Mazandaran, instrueert om ‘strikte controles’ uit te voeren op de bahá’ís in de stad door ‘toezicht te houden op hun operaties’ en maatregelen te introduceren om ‘bahá’í-studenten te identificeren’ teneinde ‘hen tot de islam te brengen”. De brief is zojuist onthuld door de ‘League for the Defence of Human Rights’ (LDDHI) en de ‘International Federation for Human Rights’ (FIDH).
‘Deze maatregelen weerspiegelen de toenemende vervolging door de Iraanse regering van aanhangers van het Bahá’í-geloof’, zegt Karim Lahidji, president van de LDDHI en erevoorzitter van de FIDH. ‘In strijd met de internationale wettelijke verplichtingen van Iran, beschouwen de autoriteiten hen als ketters, verbieden ze hun religie en beschouwen ze de beoefening van het Bahá’í-geloof als een ondermijnende daad’.
De regelgeving, gedateerd 21 september 2020, keurde een ‘gedetailleerd plan’ goed om ervoor te zorgen dat de bahá’í-gemeenschap ‘streng gecontroleerd’ wordt, met inbegrip van hun ‘openbare en privébijeenkomsten’ en ‘hun andere activiteiten’. Het document is uitgegeven door de Commission on Ethnicities, Sects and Religions in Sari, die opereert onder auspiciën van de Hoge Nationale Veiligheidsraad van Iran, een orgaan dat wordt voorgezeten door de president van Iran en dat verantwoordelijk is voor veiligheidsaangelegenheden.
Een eerder document uitgegeven in 2016 op provinciaal niveau door een vergelijkbare commissie in Mazandaran, gaf opdracht tot een gerichte economische aanval op de bahá’ís, wat resulteerde in massale sluiting van bahá’í-winkels in de hele provincie. Het bevel werd goedgekeurd door ayatollah Ahmad Jannati als voorzitter van de Guardian Council– het hoogste constitutionele orgaan van Iran.
Diane Ala’i, de vertegenwoordiger van BIC bij de Verenigde Naties in Genève, stelt: ‘We kunnen met een hoge mate van zekerheid zeggen dat, hoewel het laatste document is gekoppeld aan een lokale instantie, het afkomstig is van nationale overheidsentiteiten op het hoogste niveau en dit wekt de suggestie dat soortgelijke bijeenkomsten en richtlijnen over de bahá’ís in heel Iran kunnen plaatsvinden’.
Wolfgang Kaleck, de secretaris-generaal van het Europees Centrum voor Grondwettelijke en Mensenrechten, sprak eveneens zijn bezorgdheid uit over het document: ‘Dit nieuwe document lijkt aan te tonen dat op provinciaal niveau in ieder geval vergaande instructies zijn uitgegeven over hoe de uitsluiting van bahá’ís van het openbare leven kan worden afgedwongen’.
Mevrouw Ala’i voegde hieraan toe: ‘Deze onthulling doet opvallend denken aan voorbeelden uit de geschiedenis waarin regeringen minderheden hebben bestookt met draconische maatregelen in afwachting van nog verdergaande sinistere acties. Het past bij decennia aan wetten en beleidslijnen die bahá’ís hebben uitgesloten van elk aspect van het openbare leven. Met dit document is het duidelijk dat de regering nu maatregelen implementeert die een bedreiging vormen voor het fundamentele recht van bahá’ís om hun godsdienst uit te oefenen’.
Het Ministerie van Onderwijs in Iran kreeg de opdracht om ‘het niveau van alertheid en bewustzijn te vergroten’ onder leraren en schooldirecteuren met betrekking tot ‘hun omgang met bahá’í-studenten met als doel hen tot de islam te brengen’.
‘De maatregelen met betrekking tot kinderen zijn bijzonder schokkend’, zegt Diane Ala’i. ‘In een officieel document gedetailleerd melden dat er duidelijke plannen zijn om de opvattingen van kinderen te veranderen is een verschrikkelijke schending van de mensenrechten. Het richt zich niet alleen op de beoefening van iemands geloof, maar werkt ook verstorend op de innerlijke wereld en komt neer op religieuze dwang’.
De lokale en provinciale politie, het hoofd van de inlichtingendienst van Sari, de commandant van de plaatselijke paramilitaire troepenmacht Basij, het hoofd van de afdelingen Onderwijs, Industrie, Mijnbouw en Handel en Cultureel Erfgoed, Handwerk en Toerisme, en school- en universiteitsfunctionarissen, allen ontvingen zij deze regelgeving.
‘Ondanks constante beweringen van de regering dat bahá’ís niet worden vervolgd vanwege hun overtuigingen, hebben de Iraanse autoriteiten opnieuw hun ware bedoelingen in dit document uiteengezet’, zegt mevrouw Ala’i. ‘De Iraanse regering moet deze nieuwe regelgeving onmiddellijk intrekken’.
‘Na vier niet succesvolle decennia van wetten en beleid om bahá’ís te dwingen hun geloof te herroepen, is het nu tijd voor Iran om zijn internationale verplichtingen na te komen en de bahá’ís hun verzoek toe te staan: vrij in Iran te leven zonder hun overtuigingen te moeten ontkennen’.
Achtergrond
Bahá’ís vormen de grootste niet-moslim religieuze minderheid van Iran. Zij worden al 42 jaar systematisch vervolgd, zo meldt de Verenigde Naties uitvoerig. Meer dan 200 bahá’ís werden geëxecuteerd na de islamitische revolutie van 1979 en sinds de jaren tachtig mogen bahá’ís niet studeren aan het hoger onderwijs en wordt hun levensonderhoud bedreigd, zijn ze belasterd in de media en worden zelfs hun begraafplaatsen geschonden.
De vervolging van de bahá’ís in Iran wordt uitgebreid gedocumenteerd op de website Archives of Persecution of the Bahá’ís in Iran.
In de recente regelgeving kregen universiteitsbestuurders ook te horen dat ze het verbod voor bahá’ís om universitair onderwijs te volgen moeten ‘handhaven’. Dit verwijst naar een memorandum uit 1991, ondertekend door Opperste Leider ayatollah Ali Khamenei, waarin wordt opgeroepen de ‘vooruitgang en ontwikkeling’ van de bahá’ís te ‘blokkeren en maatregelen worden geschetst om dit plan uit te voeren, inclusief die met betrekking tot schoolkinderen, waardoor bahá’ís de toegang tot universiteiten en banen in de openbare sector wordt ontzegd’. De regelgeving geeft ook instructies om ‘controle uit te oefenen’ over de zakelijke activiteiten van bahá’ís in het lokale bedrijfsleven.
Bron: https://www.bic.org/news/exposed-sinister-plan-iranian-authorities-monitor-and-suppress-bahais