Vervolging van bahá’ís in Iran opgevoerd: bedreigingen van ‘ontworteling’, gevangenisstraffen en psychische druk

DEN HAAG, 9 juni 2020 –  Te midden van een escalerende gezondheidspandemie hebben de Iraanse autoriteiten hun vervolging van de bahá’ís opgevoerd met recentelijk ten minste 71 personen in het hele land als doelwit. Meldingen van nieuwe bedreigingen om de gemeenschap in Shiraz ‘te ontwortelen’, gevoegd bij een ongekend aantal nieuwe gevangenisstraffen, opsluitingen en een haatcampagne in de media, geven aanleiding tot ernstige bezorgdheid over de al zo lang vervolgde religieuze minderheid in het land.

Tijdens een zitting van een groep bahá’ís in Shiraz bedreigde een gerechtsambtenaar de bahá’ís in de stad met ‘ontworteling’. De rechtbank veroordeelde de bahá’ís tot gevangenisstraffen variërend van één tot dertien jaar. In de afgelopen weken zijn veertig bahá’ís in Shiraz, wiens zaken maandenlang hangende waren, voor de rechter gedaagd. Gelet op de afgelopen jaren gaat het om een ongekend hoog aantal dagvaardingen tegen bahá’ís in één stad.

‘Zo’n schandalige uitspraak van een gerechtsambtenaar is een duidelijke demonstratie van religieuze onverdraagzaamheid en van het vooroordeel waarmee de bahá’ís in Iran worden geconfronteerd. Het is ook een duidelijk bewijs van het onrecht jegens de bahá’ís binnenin het gerechtelijk apparaat en de ware motivatie van de autoriteiten’, aldus Bani Dugal, hoofdvertegenwoordiger van BIC (Bahá’í International Community) bij de VN in New York. ‘Het toont niet alleen de afwezigheid van de rechtsstaat en de ernstige discriminatie in het rechtssysteem van Iran waarmee de bahá’ís worden geconfronteerd, maar laat ook zien dat het doel daarvan is de bahá’ís te intimideren, door zware psychische druk op degenen uit te oefenen die nu hun doelwit zijn, maar ook op hun families en alle bahá’ís in Iran’.

Behalve in Shiraz zijn de afgelopen weken in Birjand, Yazd, Karaj, Ghaemshahr, Kermanshah en Isfahan bahá’ís gearresteerd, opgeroepen om voor de rechter te verschijnen, berecht, veroordeeld tot gevangenisstraf of eenzame opsluiting vanwege hun geloofsovertuiging. Het aantal bedraagt in totaal minstens 71 bahá’ís.

Na te zijn gearresteerd en vrijgelaten tegen hoge borgsommen, hebben deze personen maanden en soms jaren moeten wachten vanaf hun arrestatie tot het proces, het hof van beroep en het begin van een gevangenisstraf, waardoor ze nog eens extra psychisch werden belast. Dergelijke wrede tactieken zijn door de autoriteiten in de afgelopen jaren herhaaldelijk toegepast om systematisch druk uit te oefenen op de hele Bahá’í-gemeenschap.

Onder de bahá’ís die in Birjand zijn veroordeeld bevindt zich een oudere man voor wie, vanwege zijn leeftijd, gezondheidsgevaar dreigt mocht hij in de gevangenis worden opgesloten. Sommige personen, die voor gezinsleden zorgden toen ze werden opgeroepen om voor de rechter te verschijnen, waren gedwongen om met het openbaar vervoer te reizen tijdens de wijdverbreide lockdown in verband met de coronacrisis. Een ander echtpaar dat is veroordeeld tot gevangenisstraf heeft een dochter die kanker heeft, wat tot grote bezorgdheid leidt over de zorg voor haar indien ze zouden worden opgesloten.

‘De recente incidenten hebben honderden gezinnen onder grote druk gezet’, zei Bani Dugal. ‘Door ze onder deze omstandigheden te onderwerpen aan de voortdurende dreiging van opsluiting en de daarmee gepaard gaande emotionele angst, wordt andermaal een poging gedaan om de Bahá’í-gemeenschap zwaarder te belasten. Het is uiterst wreed en schandelijk om dit alles te doen tijdens een gezondheidscrisis, in een alarmerend opgevoerd tempo en zonder enige rechtvaardiging’.

De bahá’ís, die de grootste niet-islamitische religieuze minderheid van Iran vormen, worden in Iran vervolgd sinds de islamitische revolutie in 1979. Een geheim memorandum dat in 1991 door de hoogste leider van Iran was goedgekeurd, roept op tot het blokkeren van de ‘vooruitgang en ontwikkeling’ van de Bahá’í-gemeenschap door hen uit te sluiten van de universiteit en door het beknotten van hun mogelijkheden om in eigen levensonderhoud te voorzien.

De recente druk komt op een moment dat de aan de Iraanse overheid gelieerde media ook de publieke laster tegen bahá’ís hebben opgevoerd door een steeds meer gecoördineerde verspreiding van desinformatie. Televisiezenders, kranten, radiostations en sociale media zijn doordrenkt met denigrerende artikelen en video’s over het Bahá’í-geloof. Bahá’ís wordt het recht op antwoord ontzegd. BIC registreerde dit jaar tot dusver meer dan 3.000 artikelen met anti-bahá’í propaganda. De cijfers zijn tussen januari en april verdubbeld.

‘Dreigen om ‘een gemeenschap te ontwortelen’, de leden massaal voor de rechter te slepen, hen op te sluiten tijdens een pandemie en de verspreiding van haatdragende propaganda tegen hen is een schokkende en uiterst verontrustende ontwikkeling ‘, zei Bani Dugal. ‘Hoe kan de Iraanse regering aan haar heilige plicht voldoen om op te komen voor het welzijn van haar volk als het een gemeenschap van gezagsgetrouwe burgers wilt ontwortelen? De bahá’ís die bij de recente incidenten doelwit waren en feitelijk alle bahá’ís die met discriminatie te maken hebben, zijn onschuldig en moeten vrij zijn van religieuze vervolging’.

Achtergrondinformatie:

  • 55 bahá’ís zijn voor de rechter gedaagd in Shiraz, Birjand, Karaj, en Kermanshah. Van dit aantal zijn 26 berecht en veroordeeld.
  • 11 bahá’ís zijn opgeroepen om zich bij de gevangenis te melden om hun straf uit te zitten in Shiraz, Ghaemshahr en Birjand.
  • 3 bahá’ís zijn gearresteerd in Yazd.
  • 2 bahá’ís zijn gearresteerd in Isfahan en werden korte tijd later vrijgelaten.

Bron: https://www.bic.org/news/persecution-irans-bahais-ramped-threats-uproot-prison-sentences-and-psychological-pressures