Zullen beloften de bittere realiteit beïnvloeden? Iraanse president Pezeshkian spreekt Verenigde Naties toe te midden van escalerende bahá’í-vervolging

Klik hier voor Perzische vertaling

DEN HAAG, 25 september 2024 – Wanneer de nieuwe president van Iran, Masoud Pezeshkian, aankomt bij de Verenigde Naties, zal hij reizen op de golven van beloften en oproepen die hij de afgelopen maanden aan het Iraanse volk heeft gedaan.


De Iraanse beschaving was een “waardevol erfgoed”, zei hij tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen in de zomer, maar het land “worstelt met grote uitdagingen en problemen” en “het openen van deze knopen en het oplossen van de problemen waarmee het land wordt geconfronteerd, is alleen mogelijk met de medewerking en deelname van elke burger van Iran.”

Dr. Pezeshkian beloofde specifiek dat zijn regering de rechten van Iraanse etnische en religieuze minderheden zou respecteren.

En nog deze week, bijvoorbeeld op 16 september, zei dr. Pezeshkian op een persconferentie in Teheran dat “iedereen die in dit land woont het recht heeft om, op basis van zijn capaciteiten, geplaatst te worden in de positie die hij verdient … Je kunt niet beledigen wat ik aanbid, je kunt niet voorbijgaan aan dat geloof het niet negeren. Wederzijds respect en dialoog zijn de sleutelprincipes van ontwikkeling.”

De president zei ook: “Mensen zijn gelijk als de tanden van een kam. Er is geen verschil tussen het ene ras en het andere.”  

Toch blijft de kloof tussen retoriek en realiteit even groot in de Islamitische Republiek – vooral wat betreft de vervolging van de bahá’ís.

“We zouden de uitspraken van president Pezeshkian graag met optimisme bekijken, maar op basis van ervaringen uit het verleden en het heden zullen we meer naar zijn daden kijken dan naar zijn woorden luisteren,” zei Simin Fahandej, vertegenwoordiger van de Baha’i International Community (BIC) bij de Verenigde Naties in Genève.

“Er is nog geen overeenstemming tussen de beloften en de werkelijke realiteit ter plaatse, en het bewijs van voortdurende en toenemende vervolging is te groot om te negeren,” voegde mevrouw Fahandej eraan toe. “Elke vorige Iraanse president heeft soortgelijke beloften gedaan over een gelijkwaardiger samenleving in Iran, maar de bahá’ís in dat land hebben te maken met dezelfde altijd aanwezige vervolging, van de wieg tot het graf, ongeacht wie er aan de macht is. De Iraanse regering wil de bahá’í-gemeenschap als levensvatbare entiteit in het land uitroeien. Ze discrimineert de bahá’ís in haar grondwet en in al haar belangrijke wetten en beleid en heeft officiële regeringsdecreten uitgevaardigd die specifiek over de ‘bahá’í-kwestie’ gaan. De uitdaging voor dr. Pezeshkian zal zijn om de vele barrières weg te nemen die de bahá’ís verhinderen om als gelijkwaardige burgers in Iran te leven.”

De woorden van de president staan in schril contrast met de laatste aanvallen op bahá’ís in heel Iran in de afgelopen weken.

  • Dr. Pezeshkian’s woorden: Relaties tussen Iraniërs van “verschillende etniciteiten en religies door middel van culturele en artistieke dialogen” moeten worden “versterkt.”
  • De realiteit: In augustus nam een langlopende en zeer onrechtvaardige zaak tegen tien bahá’í-vrouwen in Isfahan een nieuwe wending toen de vrouwen voor een Revolutionaire Rechtbank verschenen en beschuldigd werden van het “promoten van het Bahá’í-geloof” na het geven van lessen Engels, muziek, yoga en schilderen aan jongeren, kinderen en Afghaanse migranten in de stad. De aanklachten komen voort uit privéklachten van overheidsagenten die buren van de bahá’ís hebben gedwongen met dreigtelefoontjes en dagvaardingen. De tien vrouwen zijn in feite ook al schuldig verklaard, ook al gaat het proces door.
  • Dr. Pezeshkian’s woorden: “Het concept van vrij denken betekent niet… dat [iemand] van de universiteit moet worden gestuurd of ontslagen. We moeten onze geesten openstellen zodat we samen kunnen komen.”
  • De realiteit: Duizenden bahá’í-jongeren zijn gedurende meer dan vier decennia wreed en systematisch uitgesloten van of weggestuurd van Iraanse universiteiten, waaronder de meest recente groep aanstaande bahá’í-studenten in de afgelopen maand. In de afgelopen twee maanden werden bahá’ís uitgesloten van een technische cursus aan de Shahid Beheshti Universiteit in Teheran, als voortzetting van het beleid van de Iraanse regering om alle bahá’ís uit het hoger onderwijs te weren. Alleen al deze zomer vernam de BIC dat twee muziekleraren in de stad Qaemshahr uit hun baan werden gezet nadat het Ministerie van Inlichtingen, dat rapporteert aan President Pezeshkian, hun werkgever bedreigde. Een bahá’í bedrijfseigenaar in Shiraz werd ook bedreigd door veiligheidsdiensten nadat hij zijn loodgietersbedrijf had gesloten op bahá’í heilige dagen. En agenten deden invallen in tal van huizen van bahá’ís in Kerman en Shiraz en namen eigendommen in beslag.
  • Dr. Pezeshkian’s woorden: De regering en het volk van Iran moeten zich “maximaal inspannen voor het bevorderen van sociale rechtvaardigheid” en de “burgerschapsstatus” van “etnische groepen en religies”.
  • De realiteit: In de afgelopen maand zijn verschillende bahá’ís gearresteerd, hun families kregen geen informatie over de verblijfplaats of het welzijn van hun geliefden en jonge kinderen werden van hun moeders gescheiden. Het huis van één moeder, in Shiraz, werd doorzocht en ze werd gearresteerd, in het bijzijn van haar tweejarige kind. Een andere moeder, van een vierjarig kind, in Tabriz, werd gearresteerd ondanks dat haar vader in het ziekenhuis op de intensive care lag. En een bahá’í wiens broer onlangs overleed, werd gearresteerd en vastgehouden hoewel zijn familie vroeg om tenminste tot na de begrafenis te wachten met de arrestatie. Twee bahá’í-vrouwen, één in Fardis en één in Urmia, werden ondertussen gearresteerd door agenten van de inlichtingendienst; de bezittingen van één van hen werden in beslag genomen, de andere kreeg geen borgtocht, en beiden blijven zonder eerlijk proces in de gevangenis.
  • Dr. Pezeshkian’s woorden: De aandacht moet uitgaan naar de “burgerrechten” van de Iraniërs, niet naar hun “taalkundige en religieuze verschillen”.
  • De realiteit: De BIC heeft met verontrusting kennis genomen van nieuwe voorbeelden van de voortdurende pogingen van de Iraanse regering om Iran te “zuiveren” van de bahá’í-geschiedenis en -identiteit met een brandstichting door onbekende aanvallers op een bahá’í-begraafplaats in Ahvaz, evenals spanningen in Kashan over de begrafenis van een bahá’í-inwoner. De bahá’í-begraafplaats in Teheran is al jaren geblokkeerd voor bahá’ís door agenten van het Ministerie van Inlichtingen, dat overleden bahá’ís heeft begraven zonder de juiste begrafenisrituelen, zonder medeweten van hun families, en bovenop massagraven waar duizenden politieke gevangenen uit de jaren ’80 werden begraven.
  • Dr. Pezeshkian’s woorden: “Het is Gods gebod dat zegt dat je moet handelen op een manier die je in staat stelt om alle ideeën te horen en de beste te volgen. Dit is mogelijk in dialoog.  Het betekent niet dat we moeten aandringen en zeggen: ‘Dit is wat wij hebben gezegd en jullie hebben geen recht van spreken.’”
  • De realiteit: Gevangenisautoriteiten in de Evin-gevangenis in Teheran hebben de bahá’í Mahvash Sabet alle telefoongesprekken en familiebezoeken geweigerd. Mevrouw Sabet is een van de zeven voormalige bahá’í-leiders in Iran die tussen 2008 en 2018 gevangen zaten. Zij zit nu een tweede 10-jarige gevangenisstraf uit; zij zit in haar derde jaar. De voormalige lerares is ook een internationaal geprezen dichteres die de 2017 PEN International Writer of Courage award won voor haar boek Prison Poems.

“De Iraanse regering moet de mensenrechten respecteren en iedereen gelijk maken voor de wet,” zei Fahandej. “Als president Pezeshkian aan deze oproep wil voldoen en zijn woorden wil waarmaken, dan moeten hij en zijn collega’s de rechten van bahá’ís, andere religieuze en etnische minderheden, vrouwen en iedereen die onder de hoede van zijn regering staat respecteren.”

Bron: https://www.bic.org/news/will-promises-affect-bitter-reality-irans-president-pezeshkian-address-united-nations-amid-escalating-bahai-persecution